Journalisten werken deze maand gratis

maandag 11 december 2023

Terwijl in andere beroepsgroepen mensen in december uitkijken naar hun dertiende en heel soms zelfs hun veertiende maand, hebben journalisten in november hun elfde en laatste maand gehad. In december werken ze eigenlijk gratis. Journalisten zijn het grootste slachtoffer van waar ze zelf veel over hebben geschreven: inflatie. Door columnist en journalist Peter de Waard.

Foto: Els Zweerink 

Bij de koning wordt die automatisch gecompenseerd, net als bij de Belgische collega’s van Mediahuis en DPG. Zelfs de werknemers van de omroepen en de studenten met een basisbeurs hebben een inflatiecompensatie gehad. Maar dat geldt niet voor de Nederlandse dagbladjournalisten, die hebben in hun inkomen meer te lijden gehad van de inflatie dan bijna alle andere beroepen.

Journalisten zijn de dupe van een ongelukkige timing. De huidige cao loopt van 1 januari 2022 tot 1 januari 2024. Die is uit onderhandeld voor het begin van de Oekraïne-oorlog toen de inflatie nog nagenoeg 0 procent was. In die cao werden twee salarisverhogingen voorzien: 2,9 procent op 1 juli 2022 en 2,6 procent op 1 april 2023. Dat is een gezamenlijke salarisstijging van 5,5 procent.

Abonnees krijgen elk jaar wat minder pagina’s - zonder dat de abonnementsprijs wordt aangepast

In de afgelopen tien jaar zijn de winsten veel sneller gestegen dan de lonen. Sommige economen noemen Nederland inmiddels een lage lonenland. De journalisten zijn zelfs achteruit gehold omdat de prijzen vanwege gierende inflatie sinds medio begin 2022 enorm zijn gestegen. Nu kan met het begrip inflatie creatief worden geshopt. Er is bijvoorbeeld krimpflatie. Het pakje kerstkransjes kost hetzelfde als vorig jaar, maar er zit wel een kerstkransje minder in. Ook uitgevers sparen op die manier geld uit. Abonnees krijgen elk jaar wat minder pagina’s, of zelfs helemaal geen krant zoals op koningsdag - zonder dat de abonnementsprijs wordt aangepast.

Het CBS hanteert twee officiële inflatiecijfers, die nogal eens voor verwarring zorgen. Inflatie op jaarbasis 6,3 procent in augustus, meldde het CBS in de tweede week van september. Een week later zei dat het CBS dat de inflatie in augustus 5,7 procent was. De eerste was de zogenoemde geharmoniseerde prijsindex of Harmonised Index of Consumer Prices, die vooral is bedoeld om de prijsstijgingen in Nederland te vergelijken met die in andere EU-landen. Het tweede cijfer was de Consumenten Prijs Index (CPI). In dat cijfer zijn bepaalde goederen en diensten niet opgenomen, zoals de kosten van wonen in je eigen huis, de contributies voor verenigingen en allerlei belastingen zoals de ozb en de motorrijtuigenbelasting.

De werkgevers hebben de mazzel dat de bij de FNV aangesloten bonden bij alle cao’s uitgaan van het lagere tweede inflatiecijfer dat voor binnenlands gebruik bestemd is. Door de cao-loonsverhogingen van de CPI af te trekken komt de reële koopkrachtdaling tot stand. Als wordt teruggegaan tot 1 januari 2021 - want dat jaar begon de inflatie al aan te trekken - is de reële loondaling aanzienlijk. De prijzen zijn sinds die tijd met 18,7 procent gestegen, de lonen van journalisten (ook in 2021 waren er twee verhogingen van 1 procent) 7,5 procent. Als dat van elkaar wordt afgetrokken is de loondaling 11,2 procent. Maar dat is niet helemaal eerlijk tegenover de werkgevers omdat de loon- en inflatiestijgingen niet maandelijks parallel lopen. Als dat wordt gecorrigeerd - en ook dat valt gunstig uit voor de werkgever - is de reële loondaling 9,7 procent. Ruim een maand salaris.

De werkgevers hebben geprobeerd dat eerlijke cijfer nog te bagatelliseren. Reële loondaling is in hun ogen geen koopkrachtdaling, want de koopkracht wordt ook beïnvloed door tijdelijke overheidsmaatregelen zoals de energietoeslag, belastingen en andere toeslagen. Maar deze maatregelen houden na verloop van tijd op en dat betekent dat de mensen er structureel op achteruit zijn gegaan.

Gek genoeg hebben de beide uitgevers van dagbladen - Mediahuis en DPG - in tegenstelling tot hun werknemers niet erg geleden onder de inflatie. Die draaiden in 2021 als een tierelier, vooral dankzij de enorme belangstelling voor dagbladen als gevolg van de coronacrisis. In 2022 was het feest minder uitbundig. De energieprijzen gingen door het dak en vervolgens de prijzen van allerlei producten en diensten, zoals ook papier en bezorging. Daarnaast liepen de opbrengsten uit abonnementen en advertenties bij dagbladen in Nederland terug.

Maar een steeds groter deel van de winst gaat naar de aandeelhouders 

Maar de winstcijfers waren in 2022 ook uitstekend. Het is dus niet zo dat ze zich geen salarisverhogingen konden permitteren, omdat ze anders zouden omvallen. De winst zegt het bedrijf nodig te hebben om te investeren in digitalisering, want daarmee moet in de toekomst het geld worden verdiend. Maar een steeds groter deel van de winst gaat naar de aandeelhouders. Van de winst van DPG in 2022 ging 80 miljoen - was in 2021 40 miljoen - via een dividenduitkering naar de familieaandeelhouders.  In 2020 bedroeg de dividenduitkering 40 miljoen euro. In 2019 werd het dividend geskipt, in 2018 was het 42 miljoen euro, in 2017 40 miljoen, 2016 45 miljoen, 2015 40 miljoen en 2014 25 miljoen. Allemaal te lezen in het jaarverslag, hoewel het altijd ergens in de kleine lettertjes verscholen staat.

Journalisten willen best erkennen dat de papieren dagbladuitgeverij een  krimpsector is, zoals de fysieke winkels of de westerse auto-industrie. Als beginnend journalist, leerling met nul dienstjaren, verdiende een journalist in 1975 net het minimumloon. Aanzienlijk minder dan een onderwijzer, zogezegd. ‘Maar je hebt de mooiste baan in de wereld’, verontschuldigde de hoofdredacteur zich. In de jaren tachtig en negentig voerde bij de dagbladen de zilvervloot binnen. Abonnementen- en advertentie-inkomsten explodeerden. Volkskrant, NRC en De Telegraaf maakten superwinsten, waarvan een deeltje naar de journalisten gingen - de betaling ging dankzij harde NVJ-onderhandelingen aanzienlijk omhoog - en het grootste deel later na ongelukkige fusies en overnames door opkoopfondsen of aasgieren afhandig werd gemaakt.

In 2010 kwamen de kranten weer bij familiebedrijven terecht, waardoor ze tenminste in veiliger vaarwater koersen. Die verpatsten niet het vastgoed zoals Apax deed, maar zetten zoals DPG weer een nieuwe kantoortoren aan de Spaklerweg neer. Maar we weten niet welke strategie die op lange termijn hebben. Wat willen ze met de dagbladen? En hoe gaat het verder met digitalisering, want als het een krimpsector is moet een nieuwe weg worden ingeslagen? Als ze zoveel dividend onttrekken is dat een slecht signaal. Want wat doen ze daarmee? Opeten zullen ze het niet. Mogelijk zal het in andere activiteiten worden geïnvesteerd, zoals persoonlijke speeltjes als beleggingen in huizen of heel andere ondernemingen waar ze hogere rendementen verwachten.

Er blijft hoe dan ook door die onttrekkingen minder geld over voor investeringen en het veilig stellen van toekomstige banen. Het gevaar van loonsverhoging is zelfs dat de werkgevers dat willen compenseren door te beknibbelen op het redactiebudget. Voor een groot landelijk dagblad is dat budget gauw 30 tot 40 miljoen. Tien procent verhoging voor vaste krachten en freelancers betekent een extra kostenpost van 3 of 4 miljoen euro.

Maar de journalisten hebben wel een punt. Als er niets gebeurt, holt de koopkracht verder achteruit. Voor 2024 wordt een inflatie van 4 procent voorzien. De taak van de bond in de huidige cao-onderhandelingen is niet alleen te zorgen dat het koopkrachtverlies van 2024 op voorhand wordt veilig gesteld, maar ook die 10 procent terug te halen. Ook de mensen ‘met het mooiste beroep in de wereld’ hebben een hypotheek en moeten de energierekening en boodschappen betalen.

Op dit moment lijken de werkgevers de boel te willen traineren. Die hopen dat de inflatie afzwakt en de journalisten wat makker worden. Maar die zijn de koopkracht wel kwijt. Zelfs als de inflatie weer nul wordt.

Staken.... ik kan mij in vijftig jaar één prikactie herinneren aan de Johannes Vermeerstraat waarbij het gebouw van de NDP werd binnengedrongen en de voorzittershamer werd meegenomen. Staken deden grafici, niet journalisten. Die vonden het altijd belangrijker dat hun stukkie op papier verscheen. De vraag is of de journalisten in deze maand zonder salaris het cao-overleg moeten afwachten of dat ze nu al in actie moeten komen.

Dit is een deel van het betoog dat Peter de Waard hield voor de redacties van de Volkskrant en Het Parool