NVJ: voldoende ruimte voor journalistieke producties

dinsdag 25 maart 2014

De Nederlandse Publieke Omroepen (NPO) verliezen hun recht op zendtijd en gegarandeerd programmabudget. Zij moeten zich omvormen tot ‘productiehuizen’. Naar verwachting is dit het advies van de Raad voor Cultuur donderdag aan staatssecretaris Sander Dekker. In een eerste reactie zegt de NVJ dat er binnen de publieke omroep voldoende ruimte moet blijven voor journalistieke producties, die in het publieke en commerciële domein onder druk staan.

De NVJ onderschrijft het advies van de commissie dat de publieke omroep zich moet toeleggen op een aantal speerpunten. De NVJ bepleit daarbij dat er binnen de publieke omroep voldoende ruimte blijft voor journalistieke producties, die in het publieke en commerciële domein (regionaal, buitenland- en onderzoeksjournalistiek) onder druk staan.

Tegelijkertijd moet er wel ruimte blijven voor een brede aanpak, zodat de rol van publieke omroep niet marginaliseert tot een “moeilijke onderwerpen”-zender. Een journalistiek brede publieke omroep is normstellend voor de concurrentie. Daarmee is een een pluriform en kwalitatief hoogstaand aanbod geborgd.    

Tijdelijke contracten

Een groot zorgpunt, waar de commissie niet bij stil heeft gestaan, is de beloning en contractering van freelancers en vaste medewerkers bij de omroepen. Nu zijn er veel misstanden bij de omroepen en bij de omroepproductiebedrijven met voortdurende tijdelijke contracten en onderbetaling van freelancers.

Onderdeel van de nieuwe afspraken, waarbij meer macht gaat naar een hoofdredacteur per genre, zou een kwalitatieve afspraak moeten zijn over beloning en contractering bij uitbesteding aan derden. Bij besteding van publiek geld horen ook fatsoenlijke afspraken met programmamakers. Dus er zouden waarborgen moeten worden ingebouwd voor behoorlijke arbeidsvoorwaarden en freelancetarieven bij uitbesteding aan externe programmamakers en producenten, parallel aan de wijze waarop het Mediafonds dat nu al doet.

Machtsconcentratie

Aandachtspunt bij de adviezen van de commissie is voorts hoe de machtsconcentratie bij de hoofdredacties per genre of zender wordt gereguleerd. Wie krijgt de macht, wie controleert die macht en hoe wordt de zeggenschap van de makers op de hoofdredacties per genre geregeld? En hoe wordt onafhankelijkheid ten opzichte van maatschappelijke organisaties gewaarborgd? Er mag geen inhoudelijke invloed zijn van maatschappelijke organisaties op de journalistieke programma’s  van de omroep. Dat moet geborgd in goede redactiestatuten, die nu vaak nog ontbreken bij omroepen.

Regionaal

Tenslotte is een stevige positie voor onafhankelijke regionale redacties van groot belang. De regionale journalistiek staat ernstig onder druk. Een investering in de journalistieke verslaggeving op lokaal niveau is van groot belang, juist omdat de commerciële uitgevers zich redactioneel steeds verder terugtrekken uit de regio. Het is nog onduidelijk hoe de commissie daar antwoord op wil geven.