If I could turn back time

donderdag 17 december 2015

‘550 reacties op een part-time vacature als bureauredacteur’, twitterde freelance journalist Menno van den Bos begin december. ‘En ondertussen leveren scholen voor journalistiek nog ieder jaar honderden afgestudeerden af. Dat is niks minder dan krankzinnig.’

(Opening School voor de Journalistiek Utrecht in 1966)

Ik ben het volledig met hem eens. Wat mij betreft nemen de scholen voor journalistiek een grote stap terug in de tijd, naar 1978. Het jaar waarin mijn vader zijn droom van een carrière in de journalistiek in duigen zag vallen.

Nooit eerder zaten zoveel journalisten thuis op de bank. Ruim drieduizend collega’s staan als werkzoekend ingeschreven bij het UWV. In minstens evenveel gevallen is er sprake van verborgen werkloosheid. En wat doen de scholen voor journalistiek? Ze blijven stoïcijns nieuwe journalisten opleiden: klaargestoomd voor een uitkering of een praktisch onbetaald ‘leerwerktraject’.

Vroeger was dat wel anders. Mijn vader wilde bijna veertig jaar terug ook journalist worden. De School voor de Journalistiek in Utrecht dacht daar echter anders over en hij werd afgewezen (achteraf terecht, aldus de bankier zelf). In 1978 werden er na een strenge selectie van de duizend aanmeldingen slechts 130 toegelaten. Wie er destijds wel tussen gelukkigen zaten? Voormalig NOS-hoofdredacteur Hans Laroes (studeerde af in 1977), ‘meesterinterviewer’ Frénk van der Linden (1980) en oorlogsverslaggever Arnold Karskens (1981), om er maar een paar te noemen. De eerste lichting studenten werd onthaald met de woorden “jullie zijn de nieuwe hoofdredacteuren”.

Toen ik in 2014, samen met 329 anderen, begon op de SvJ, kreeg ik vooral te horen dat “niemand van ons ooit een baan zou vinden”. En ik geef de docenten die dat zeiden gelijk. Op enkele zeer getalenteerde en gemotiveerde uitzonderingen na, wilden veel klasgenoten namelijk “écht geen kranten lezen”, laat staan een Twitter-account aanmaken om het nieuws te volgen. Het gevolg van een te makkelijke selectieprocedure, waarvoor mijn lichting alleen maar een eenvoudige taaltoets hoefde te maken.

En dan heb ik het alleen nog maar over Utrecht. Ook in Tilburg, Ede en Zwolle beginnen jaarlijks honderden aan de studie, om vervolgens zonder werk of in de voorlichting te eindigen. Dat moet anders. Mijn voorstel? Alleen nog maar kleine eliteklasjes met gemotiveerde studenten laten opleiden, door enthousiaste docenten die écht uit de beroepspraktijk komen. Alleen zo kunnen de scholen weer even waardevol worden als zij dertig jaar terug waren.

Want vandaag de dag zou mijn vader wel zijn toegelaten op de SvJ, terwijl hij toch echt vele malen beter op zijn plaats was in het bankwezen. En dat vind ik een kwalijke zaak.

Reageren op deze column? Dat kan via Facebook