‘Dat zoveel freelancers uit alle hoeken van de journalistiek de handen ineenslaan is veelzeggend'

3 maart 2020

Freelance journalisten en fotojournalisten voeren vanaf deze week gezamenlijk campagne voor betere tarieven en betere voorwaarden. Karel Smouter, lid van het actiecomité van freelancers, over zijn motief om mee te doen. ‘Het is tijd de stilstand uit de crisisjaren te repareren en de inkomsten van freelancers ten minste gelijk te schakelen met die van medewerkers met een cao.'

Hoe hoog is de nood bij freelancers om in actie te komen?

'Als ik voor mezelf spreek: eigenlijk heb ik helemaal geen tijd voor het coördineren van actie met mijn eigen beroepsgenoten. Er zijn nog zóveel verhalen te maken. Toch voelt het alsof dit het moment is om die bezwaren aan de kant te schuiven. Dat er nu een coalitie van freelance journalisten ontstaat is dus best uniek. We zijn hosselaars en overlevers. We weten vaak precies hoe ze door een slimme combinatie van werkzaamheden, spaarzaamheid en een vlijtig werkethos de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Tien jaar terug, tijdens de economische crisis, was het ook wel te begrijpen toen redacties de hand op de knip hielden. Maar anno 2020, in tijden waarin de grote uitgeverijen stuk-voor-stuk uitstekende bedrijfsresultaten boeken, is dat argument niet meer houdbaar. Het is tijd de stilstand uit de crisisjaren te repareren en de inkomsten van freelancers ten minste gelijk te schakelen met die van medewerkers met een cao.'

Wat is volgens jou het grootste probleem van de lage tarieven in de journalistiek?

'Ook de journalistiek zelf heeft te lijden onder onze lage tarieven. En daarmee uiteindelijk de democratie. Hoewel ik qua woordtarief aan de bovenkant van de markt zit, merk ik het ook zelf aan den lijve. Als ik mijn journalistieke intuïtie zou volgen zou ik véél meer onderzoek in mijn verhalen stoppen. Of veel meer tijd investeren in het onderhouden van mijn bronnennetwerk. Om gezond aan het werk te blijven zie ik daar nu maar vanaf. Laat staan als je voor éénderde van mijn woordtarief moet werken.

Dan bedrijf je journalistiek met de rem erop: efficiënt, maar lang niet altijd zo scherp als je zou willen. Als correspondent Oost-Nederland (bij NRC) heb ik heel veel aan lokale en regionale journalistiek, waar de tarieven vaak lager liggen. Als de kwaliteit daarvan afneemt merk je dat ook direct in de landelijke media.

We horen het als freelancers ook van onze opdrachtgevers: gezaghebbende, veel gelezen titels hebben moeite om aan goede kopij te komen. Chefs met wie we financiële afspraken maken zeggen ons: 'ik zou het zelf nooit doen voor dit tarief'. De betere freelancers doen het gewoon niet voor hun tarieven en verkopen hun diensten dan maar aan het bedrijfsleven. Ook redacteuren in vaste dienst ervaren veel werkdruk doordat ze de kopij van freelancers soms geheel moeten herschrijven.'

Zien freelancers de noodzaak om zich te verenigen?

'Als je gewend bent te overleven in plaats van te klagen kom je niet zo snel gezamenlijk in actie. Bovendien wordt freelancers vaak een worst voorgehouden: als je je nú koest houdt, kom je straks in aanmerking voor een baan in loondienst. En dan hebben journalisten nog een extra manco: als we aandacht voor onze zaak willen, moeten we langs de media die we aanklagen. Mijn vrouw is freelance musicus: zij vinden ruim gehoor in alle kranten om hun grieven over het voetlicht te brengen. Dat ligt bij ons lastiger. Toch is bij velen het kookpunt nu bereikt. Bureau Wibaut en Sjoerd Arends en Erwin van 't Hof van de Tegel zijn met goede boeken gekomen, die het leven van freelance journalisten inzichtelijk maken. Dat zoveel freelancers uit alle hoeken van de journalistiek de handen nu ineenslaan is dan ook veelzeggend.'

Wat zeg je tegen freelancers die huiverig zijn om aan te sluiten bij de brede coalitie van freelancers die in beweging willen komen?

'Voor mij persoonlijk viel het kwartje toen ik - als freelancer - zo'n zes jaar terug een verhaal over pakketbezorgers schreef. Ze verenigden zich tegenover hun opdrachtgevers en versterkten zo hun rechtspositie. Door samen te onderhandelen werden ze véél serieuzer genomen. Toen ik daarmee bezig was dacht ik: wat zou er gebeuren als freelance journalisten zich eens zouden verenigen? Daar wil ik wel graag bij zeggen dat ik weinig zin heb in alleen maar klagen. Ik heb ook aan de andere kant gestaan (als adjunct bij De Correspondent) en snap heel goed hoe lastig het voor chefs en uitgevers kan zijn om grote ambities met kleine budgetten te verwezenlijken. We willen uiteindelijk allebei hetzelfde: een gezonde bedrijfstak die ook in de toekomst de democratie kan dienen met onderscheidende verhalen. Een oplossing zou bijvoorbeeld kunnen zijn: ga samen voor minder, maar beter. Ook de tijd van ons publiek om onze verhalen te lezen of te beluisteren is beperkt. Maar zolang we veelal per woord betaald worden, is de prikkel om daar verandering in aan te brengen er natuurlijk niet. Mijn hoop is tenslotte dat we er in kunnen slagen samen een Fair Practice Code kunnen opstellen, die we mee kunnen sturen met onze facturen. Zodat wijzelf en onze opdrachtgevers beter zien wat we waard zijn.'