Aad van Cortenberghe: ‘De functie vormt de vent’

vrijdag 3 juni 2016

De journalistiek is nog steeds een instrument om de samenleving leefbaar te houden, het probleem van de arbeidsmarkt staat daar los van. Maar het is buitengewoon moeilijk. ‘Het blijft een prachtig vak waarin zeer weinigen materieel succesvol zullen zijn.’ Aldus Aad van Cortenberghe, scheidend voorzitter van de sectie Plus+.

Foto: Marcelle Davidse

Nee, 60-plussers hebben het niet slecht. En toch is het de hoogste tijd om een wijdverbreid clichébeeld te herroepen: een generatie die met hun goudgerande pensioenen alle zeven zeeën bezeilen. De werkelijkheid is dat driekwart van de 60-plus journalisten nog steeds werkt. Van hen is 17 procent onvrijwillig freelancer. ‘Oudere journalisten zijn helemaal niet zo gefocust op pensioenen’, zegt Aad van Cortenberghe. ‘Ze zijn journalist tot ze erbij neervallen. Bovendien kan niet iedereen genieten van een riant pensioen. Dus wordt er bijgewerkt uit overtuiging, maar ook uit noodzaak.’

Uit onderzoek van de sectie Plus+ blijkt dat voor bijna de helft van de ondervraagden het pensioen onvoldoende is om van te leven. Dat is nogal wat.

‘Exact. Veel journalisten hebben tot hun vertrek bij een baas gewerkt en komen als freelancer tot de ontdekking dat er een bedrijfje gerund moet worden. Het zelfstandig ondernemerschap is veel oudere journalisten niet met de paplepel ingegoten. Je moet leren onderhandelen in een markt die al heel erg moeilijk is. De onderzoeksresultaten waren voor ons een eyeopener. Dit betekende dat we niet alleen alert moesten zijn op ons pensioensysteem, maar dat we ons ook moesten afvragen in hoeverre oudere journalisten vaardigheden hebben om succesvol te kunnen opereren. We hebben hiervoor bij de NVJ aandacht gevraagd en die aandacht was er volledig.’

Wat zegt dit over de waarde van de journalistiek als zoveel journalisten, jong en oud, een strijd moeten voeren om zich staande te houden?

‘De journalistiek zie ik nog steeds als een instrument om een samenleving leefbaar te houden. De intrinsieke waarde is onveranderd. Het probleem van de arbeidsmarkt staat los van de maatschappelijke betekenis van de journalistiek. Maar het is buitengewoon moeilijk. Voor zoiets als onderzoeksjournalistiek is er nauwelijks geld. Gelukkig weten onderzoeksjournalisten door pooling en samenwerking grote projecten boven de horizon te tillen. Coöperaties zijn denk ik een logisch antwoord hierop.’

Wat was destijds voor u zelf de reden om actief te worden voor de NVJ?

‘Mijn vader was een vakbondsdier en het was ondenkbaar om geen lid te worden. Mijn actieve rol kwam later. Ik werkte bij de parlementaire redactie van het Vrije Volk en de Algemene Beschouwingen brachten enorm veel werkuren mee: de Kamer vergaderde tot diep in de nacht en daarna werkte ik de stukken uit. Toen ik op vrijdag om half 7 mijn bed bereikte, werd ik gebeld met het verzoek een professor te interviewen. Hoofdredacteur Herman Wigbold hield voet bij stuk. Noch in de cao, noch in de Arbeidstijdenwet was een werktijdenregeling opgenomen voor dagbladjournalisten. Ik heb de volgende dag de NVJ gevraagd of er een onderhandelingsdelegatie was waar ik deel van uit kon maken. Mijn actieve rol was de schuld van de professor die ik op die vrijdagochtend moest interviewen.’

Niet die van Herman Wigbold?

‘Voor hem had ik een zwakke plek. Hij stelde me daarna ruimhartig in de gelegenheid om bestuurslid en later voorzitter te zijn. Hij heeft ook nooit gezeurd over het aantal uren dat ik in het vakbondswerk heb gestoken.’

Van 1977 en 1980 was u NVJ-voorzitter. Wat voor soort voorzitter was u?

‘De functie vormt de vent. Achteraf kun je grinniken om jezelf - met bordjes omgehangen waarop staat: ‘ik pik het niet’. Bij mijn afscheid in bracht Henk Wageman, mijn opvolger bij Plus+, een serie artikelen mee waarin ik de selectieve journalistenstaking in 1980 verdedig. De FNV had een grote staking uitgeroepen tegen kabinetsbezuinigingen en de NVJ vond dat ze solidair moest zijn. Sommige media besloten om uitsluitend nieuws over stakingsacties te brengen. Dit riep principiële vragen op: mochten journalisten wel zo eenzijdig en selectief het nieuws doorgeven ten gunste van de acties? Misschien hadden we als bestuur nauwkeuriger moeten zijn in wat journalisten wel en niet hadden moeten doen, maar wij hadden heel weinig actie-ervaring. Uiteindelijk heeft de Verenigingsraad zich grommend geschaard achter het besluit van het bestuur om de acties te steunen. Maar een selectieve staking zou nooit meer komen.’

Interne discussies binnen de vereniging zijn wel gebleven.

‘Als je een actie opzet, moet je er altijd voor zorgen dat iedereen die erbij betrokken is of zich voelt er ook werkelijk bij betrokken wordt. Bij de recente Persgroep-actie werd actie gevoerd voor een groep leden tegen een zeer machtig bedrijf. Die leden moet je helpen en dat moet verenigingsbreed gebeuren. Je zou je taak als vakbond schromelijk verwaarlozen als je sorry zegt. Daar moét je iets aan doen. Anderzijds heb je ook te maken met de loyaliteit van de journalist aan zijn medium. Die loyaliteit is groot bij de Persgroep. Dan is het niet leuk als er met modder wordt gesmeten naar de werkgever. Heel vervelend, maar soms moet het. Dan moet je wel begrip kweken bij je leden dat dit gaat gebeuren en dat je de vinger op een zwakke plek van de Persgroep legt, namelijk het feit dat zij hun freelancers in belangrijke mate onderbetalen. Dat betekent natuurlijk niet dat je daarmee de hele Persgroep schoffeert. De NVJ mag hoe dan ook dit probleem niet laten liggen en zal een andere, bredere actievorm moeten vinden, want ook bij andere uitgevers spelen tarieven een rol. Ik hoop in elk geval dat dit op 4 juni bij de eerstvolgende ledenvergadering op de agenda komt.’  https://www.nvj.nl/agenda/algemene-leden-vergadering-nvj

In hoeverre heeft deze discussie te maken met de omslagfase naar een grotere groep zelfstandigen waar we rekening mee moeten houden?

‘Dat heeft er zeker mee te maken. Redacties met vaste kernen zullen verder afkalven en je krijgt een grotere groep vluchtige contacten in de journalistiek. Je kunt niet zeggen dat je daar niet aan meedoet. Voor mijn gevoel wordt het zelfs de kern van het bestaan binnen de NVJ.’

Hoe ziet dat er straks uit?

‘Ik geloof dat je in de in de toekomst niet kunt volstaan met knappe juristen op het terrein van arbeids- en contractenrecht alleen, maar je zal ook moeten kijken in hoeverre je kleine ondernemers juridisch breder kunt helpen met betrekking tot bedrijfsvoering.’

De flexibele schil zal alleen maar toenemen.

‘Ja, maar we weten nog helemaal niet hoe het medialandschap zich gaat ontwikkelen en welke vakorganisatie daarbij hoort. Hou er rekening mee dat de versnippering een feit is, en dat er een ruim aanbod zal zijn. Het blijft een prachtig vak waarin zeer weinigen materieel succesvol zullen zijn. Nu wordt er hier en daar zelfs armoede geleden door zelfstandige journalisten. Dat kenden we tot voor enkele jaren geleden nog niet.’

De flexibele schil maakt dat de NVJ ook na moet denken over nieuwe vormen van verzekeringstelsels die ook voor zelfstandigen bereikbaar zijn.

‘Vrijwillige vormen van pensioenverzekeringen zijn er al, maar een freelancer betaalt de volle mep. Het is van belang om aansluiting te zoeken bij pensioenfondsen. Maar deze gedachte staat nog ver van de werkelijkheid af.

Eerlijk gezegd ben ik pessimistisch als het gaat over vernieuwingen in het pensioenstelsel.  Het is meer redden wat er te redden valt, dan dat er creatief nagedacht wordt. We hebben allemaal een bedrieglijk beeld van het Zwitserleven-gevoel, want vele moeten nog werken na hun pensioen. We breken het collectivisme af en worden verantwoordelijk voor ons eigen doen. Dat blijkt niet altijd te werken. En dan komt Thomas Piketty ons meedelen dat er een groeiende onderklasse ontstaat. Werk of geen werk, inkomen of geen inkomen, bepalen of je onder of boven de scheidslijn zit. Ook in Nederland.’

 

Aad van Cortenberghe
  • 1972-1979 Het Vrije Volk;
  • 1979-1983 Haagse Post;
  • 1983-1992 Gemeente Amsterdam;
  • 1992-2002 Het Financieele Dagblad;
  • 2002 - heden ZZP
  • 1977-1980 voorzitter NVJ;
  • 2010-2016 bestuurslid/voorzitter NVJ Plus+