Er blijft werk aan de winkel

donderdag 12 maart 2020

Het einde van mijn bestuursperiode bij de NVJ is in zicht. In juni van dit jaar zit m’n tweede termijn erop en is het na zes jaar in het hoofdbestuur tijd dat iemand anders deze stoel krijgt.

Natuurlijk, het is geen eeuwig­heid, zo’n periode van zes jaar. Maar het is ook niet niks. Toen ik in 2014 de eer had om – samen met geliefde NVJ-collega’s Marjan Enzlin, Frans Pasma en ‘onze’ Max van Weezel – te worden gekozen was ik, om maar eens iets te noemen, begin 30. Nu eind. Thuis waren we met z’n tweeën. Nu worden we iedere dag veel te vroeg wakker door nummer drie. Ik was adjunct-hoofdredacteur van NU.nl. Nu ben ik via Het Parool beland bij Open State Foundation.

Zes jaar geleden kende de NVJ nog een getrapte democratie. Nu geldt ‘one man (x/v/m), one vote’. Toen hadden we nog drie uitgevers van landelijke kranten. Nu twee. Zes jaar geleden was er nog geen aanslag gepleegd op de redactie van ­Charlie Hebdo. Nu wel.

Er zijn ook constante ontwikkelingen. De professionalisering van wat we zes jaar geleden nog ‘internetjournalistiek’ noemden (en nu gelukkig gewoon journalistiek), de zorgen over pluriformiteit, of de schendingen van persvrijheid – zelfs in Nederland. En de gevolgen van dit alles voor baanzekerheid in de media en de positie van freelance journalisten en fotografen.

Natuurlijk zet de NVJ zich met niet aflatende toewijding in om de ontwikkelingen binnen het vak te omarmen waar dat kan, en te bekritiseren waar dat nodig is. Voor het komende jaar resulteert dat laatste onder meer in voortzetting van de campagne ‘foto­journalistiek heeft een prijs’, inspanningen voor billijke beloning van free­lancers en in acties bij de publieke omroep.

Maar de veranderingen in het veld vergen ook aanpassingsvermogen van de NVJ als organisatie. De verenigingsstructuur waarbij de inspraak primair is belegd bij secties die zijn ingedeeld langs de lijnen van de klassieke journalistiek heeft haar langste tijd gehad. Hoeveel journalisten zijn nog alleen maar van lokaal, van omroep, van tijdschrift of van internet? En hoeveel journalisten willen dat eigenlijk nog zijn? Daarom werken we met groepen leden aan een nieuwe structuur voor de NVJ. Eentje die wel aansluit op de nieuwe mediawereld en bovenal: flexibel genoeg is voor een werkelijkheid die er pak-hem-beet iedere zes jaar toch weer een beetje anders uitziet.

Ik ben blij dat ik aan dit alles nog een aantal maanden mag bijdragen. Want voor wie begon te denken dat deze column een afscheidsbrief is: nog niet. Het laatste half jaar in het NVJ-bestuur breng ik met veel enthousiasme door als uw (waarnemend) voorzitter. Het moge duidelijk zijn: Er blijft werk aan de winkel.

Binnenkort kunnen bestuurskandidaten reageren op de oproep die op NVJ.nl verschijnt.