Einde onzekerheid ‘slapend dienstverband’

maandag 11 november 2019

De Hoge Raad heeft vrijdag 8 november 2019 antwoord gegeven op vragen van de rechtbank Limburg over de toelaatbaarheid van ‘slapende dienstverbanden’. Een ‘slapend dienstverband’ is een dienstverband waarbij een langer dan twee jaar zieke werknemer thuis zit, geen loon meer krijgt, maar door de werkgever toch niet wordt ontslagen. Daarmee voorkomt de werkgever betaling van de wettelijke transitievergoeding. De wettelijke transitievergoeding is de ontslagvergoeding waarop een werknemer recht heeft als hij ontslagen wordt na een dienstverband van twee jaar of langer. Daarmee is een einde gekomen aan de onzekerheid van de afgelopen periode. De Rechtbanken oordeelden namelijk verschillend over vergelijkbare zaken.

Volgens de Hoge Raad brengt de eis van ‘goed werkgeverschap’ mee dat een werkgever een werknemer niet in een ‘slapend dienstverband’ mag houden uitsluitend om betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Werkgevers kunnen immers (sinds kort, maar met terugwerkende kracht) op basis van de Wet compensatie transitievergoeding voor de betaalde transitievergoeding worden gecompenseerd. De werkgever moet op verzoek van de arbeidsongeschikte werknemer, het ‘slapende dienstverband’ beëindigen, met betaling van een bedrag ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Dat hoeft niet als er bijvoorbeeld daadwerkelijk zicht is op re-integratie van de werknemer.

Vanaf nu zullen ook andere rechters die in vergelijkbare zaken moeten beslissen, de antwoorden van de Hoge Raad bij hun uitspraak moeten betrekken. Het valt te hopen dat werkgevers het niet op een uitspraak aan zullen laten komen, en na twee jaar ziekte uit eigen beweging tot ontslag zullen overgaan.