Gesprek met de Raad voor de Rechtspraak over inperking door veiligheidsmaatregelen

maandag 10 februari 2020

De NVJ en het Genootschap van Hoofdredacteuren hebben in een gesprek met de Raad voor de Rechtspraak hun zorgen geuit over de inperking van de journalistiek tijdens enkele recente rechtszaken als gevolg van strengere veiligheidsmaatregelen. De aanleiding van het gesprek waren met name de maatregelen die volgden na de moord op advocaat Derk Wiersum. De Raad zal een gesprek organiseren met journalisten die geregeld verslag doen van rechtszittingen met als doel betere werkafspraken te maken.

Het gaat volgens de NVJ en het Genootschap om het houden van besloten zittingen, het verbieden van het maken van beeld- en geluidsopnamen tijdens zittingen en het verbieden van het publiceren van namen van rechters en officieren van justitie. Daar komt bij dat van enig overleg met de journalistiek vaak geen sprake was en maatregelen vaak op een laat moment werden aangekondigd.

Recht op vrije nieuwsgaring

De NVJ en het Genootschap hebben hun begrip uitgesproken voor de extra aandacht die in sommige gevallen helaas voor de veiligheid van alle betrokkenen noodzakelijk is, maar nadrukkelijk gewezen op het recht op vrije nieuwsgaring (artikel 10 EVRM) en het grote maatschappelijke belang van openbare en vrij toegankelijke rechtspraak. Verder vragen zij eventuele beperkingen tijdens een zitting voortaan eerder met de journalistiek te bespreken.

Volgens de Raad moet het gaan om uitzonderingen

Van de kant van de Raad voor de Rechtspraak is het principe van openbare rechtspraak en het recht op vrije nieuwsgaring onderstreept als een belangwekkend en fundamenteel uitgangspunt. De Raad is er niet op uit de journalistiek terug te dringen, maar stelt wel dat het in sommige zaken noodzakelijk kan zijn extra maatregelen te nemen. Volgens de Raad zou het daarbij om uitzonderingen moeten gaan.

De Raad voor de Rechtspraak benadrukte, dat het per definitie aan de desbetreffende rechter, rechtbank of het hof is om te bepalen wat tijdens een behandeling van een zaak voor een goede rechtspleging noodzakelijk is. Dat betekent dat de Raad, of bijvoorbeeld een president van een rechtbank of hof, niet de bevoegdheid heeft een inperking van de journalistiek door een rechter ongedaan te maken.

Op afzienbare termijn gesprek met journalisten

De Raad zal op afzienbare termijn een gesprek organiseren met journalisten die geregeld verslag doen van rechtszittingen om hierover van gedachten te wisselen. Doel van het gesprek is ook te onderzoeken of er betere werkafspraken tussen de journalistiek en de rechterlijk macht kunnen worden gemaakt als er sprake is van extra veiligheidsmaatregelen.

Namens de Raad voor de Rechtspraak waren de voorzitter en het hoofd communicatie aanwezig en verder werd aan het gesprek deelgenomen door de president van de Rechtbank Amsterdam, de president van de Rechtbank Midden-Nederland en de president van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.