Met verbazing heeft de NVJ kennis genomen van de uitspraak in de zaak van prins Willem-Alexander en prinses Máxima tegen Associated Press (AP).
Met verbazing heeft de NVJ kennis genomen van de uitspraak in de zaak van prins Willem-Alexander en prinses Máxima tegen Associated Press (AP).
Kort gezegd: op een niet hinderlijke wijze foto’s maken en vervolgens publiceren van een skivakantie van het koninklijk huis op een openbare locatie is voortaan verboden.
Door de bewegingsvrijheid van een persbureau zo in te perken, wordt het voor nieuwsmedia erg ingewikkeld, lees bijna onmogelijk om op een normale, onafhankelijke wijze verslag te kunnen doen van relevante nieuwsfeiten rondom het koninklijk huis.
Juist gelet op de belangwekkende publieke functie, die de leden van het koninklijk huis bekleden, is dit een zorgwekkende uitspraak.
Het kan niet zo zijn dat voortaan alleen nog geregisseerde “mediamomenten” danwel door de RVD als zodanig gekenschetste nieuwsmomenten nog in aanmerking zouden komen voor publicatie. Algemeen secretaris van de NVJ Thomas Bruning: “Moet voortaan elke foto waar een kind van het Koninklijk Huis op staat, verboden worden? Dat we alleen nog maar plaatjes te zien krijgen van geregisseerde fotomomenten? Dat gaat fundamenteel te ver. Openbare ruimte moet openbare ruimte blijven.” Uiteraard heeft ook het koninklijk huis recht op privacy, maar het verbieden van dit soort onschuldige, doch relevante foto’s is een brug te ver”
De NVJ is tevreden over het feit dat de rechter in haar uitspraak het belang van de door de RVD opgestelde mediacode nuanceert. Dat vindt de NVJ terecht, omdat deze code geen enkele wettelijke status heeft en media hindert in haar onafhankelijke verslaggeving. Het zijn de media die moeten kunnen bepalen wanneer een foto nieuwswaardig is, uiteraard de privacy-belangen van betrokkenen daarbij meewegend.
De NVJ zal de komende weken onderzoeken of de uitspraak van de rechter inzake de mediacode voldoende is om niet belemmerend te werken voor verslaggeving in de toekomst. Zo nodig zal hierover vervolgens in een separate procedure expliciet een oordeel worden gevraagd aan de rechter.
Meer informatie:
Thomas Bruning,
algemeen secretaris NVJ 06-20495245