Wat maakt ons journalist?

dinsdag 14 februari 2023

BESTUURSBLOG - Yvonne Coldeweijer had in het kort geding over haar tirade tegen Rachel ‘gecremeerde kroket’ Hazes een beroep kunnen doen op juridische bijstand van de NVJ. In theorie dan; voor zover bij mij bekend is de vlogger/blogger geen lid. Maar het is wel de gekke gevolgtrekking uit een vorige rechtszaak die tegen de roddeltante was aangespannen.

Daarin beschouwde de rechter Coldeweijer als een journalist. Nou gun ik iedereen in Nederland juridische bijstand voor wie dat nodig heeft. Dat onder meer maakt ons ook een rechtsstaat. Al vermoed ik dat Coldeweijer de steun van onze vakbond zelf niet nodig zou hebben; ze verdient meer dan genoeg met haar juicekanaal om een knappe advocaat in te kunnen huren als ze voor de rechter wordt gedaagd. Maar dat is niet mijn punt. Het gaat mij om de conclusie van een rechter dat Coldeweijer journalist is en de consequenties die daaruit volgen. Zoiets wringt.

In Nederland is journalistiek een vrij beroep – iedereen mag zich journalist noemen, of je nou Saskia Belleman heet, Yvonne Coldeweijer of Raisa Blommestijn. Dat hebben we vooral aan onszelf te danken. Onder het mom van persvrijheid willen we ons niet laten beknotten. Over die aversie tegen zelfregulering - en de dilemma’s die die houding oplevert - schreef Frits van Exter, voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, eerder een rake beschouwing.

Er geldt hier persvrijheid; gelukkig maar. Alleen: waar eindigt dan die vrijheid, en begint de regulering? De Raad voor de Journalistiek heeft zijn Leidraad. Tegelijk zijn er mediabedrijven die weigeren zich bij de Raad aan te sluiten of er zelfs uitstappen, al dan niet tijdelijk. Er bestaan redactiestatuten die de onafhankelijkheid en integriteit van gemaakte journalistieke producties waarborgen. Van oudsher had je de Code van Bordeaux, intussen het Global Charter of Ethics for Journalists, dat niet alleen vanwege zijn naam nog niet erg in zwang is. En ongeveer iedereen mag lid worden van de NVJ, zolang je de journalistiek maar een warm hart toedraagt.

Wat maakt ons nou journalist? En hoe borgen we de waarden die wij met ons vak willen uitdragen? Plus: hoe borgen wij onszelf?

In de genoemde richtlijnen komen ‘eerbied voor de waarheid’ en het recht van het publiek op die waarheid telkens prominent naar voren. Maar biedt dat voldoende garanties in een wereld waarin alternatieve feiten steeds meer opgeld doen? Hoeveel boetes moet omroep Ongehoord Nederland, de werkgever van Raisa Blommestijn, nog krijgen voor het verspreiden van onwaarheden?

Intern hebben we vorig jaar nagedacht over wat ons journalist maakt en hoe we onze beroepsgroep en onze ethiek het beste kunnen beschermen. Die discussie leidde een kort pandemonium in, om de weerzin onder vakgenoten tegen elke opgelegde vorm van regulering nog even te illustreren. Maar de discussie hierover binnen de NVJ zal verder gaan.

Journalist of geen journalist, de rechter gaf  “collega” Yvonne Coldeweijer uiteindelijk een flinke tik op de vingers. De vrijheid van meningsuiting “was vermoord” zo werd er geroepen. Dramatische kolder; het oordeel van de rechter was niet mals. Hij stelde dat Coldeweijer haar beschuldigingen aan het adres van Hazes nergens waarmaakte en die bovendien met veel aplomb als waarheid presenteerde. Daarbij: de vrijheid van meningsuiting verschaft geen ongebreideld recht op belediging.

Tegelijkertijd zou je kunnen vaststellen dat het vonnis de grenzen van betamelijkheid aangeeft; eventueel zelfs ook die van de journalistieke betamelijkheid.

Maar daarmee hebben wij journalisten nog geen antwoord op de vraag of we de Yvonne Coldeweijers en Raisa Blommestijns van deze wereld in onze armen willen sluiten.