'Werkdruk heeft pijngrens bijna bereikt’

dinsdag 28 maart 2017

De voorbereiding op de onderhandelingen voor een nieuwe cao in het Uitgeverijbedrijf komt behoedzaam op gang. In de afgelopen maanden bezochten cao-onderhandelaar Annabel de Winter en aankomend dagbladsecretaris, Jochem Dijckmeester, veel redacties. De werkdruk heeft de pijngrens bijna bereikt, horen ze daar. ‘Onze taak om te zorgen dat redacteuren weer gewaardeerd worden voor het werk wat ze doen.’

Drie maanden lang hadden de besprekingen voor een nieuwe cao Uitgeverijbedrijf stilgelegen. Een korte situatieschets: medewerkers die onder de cao vallen, zouden ook in 2017 aanspraak maken op 2 procent PKB-verhoging. Probleem: de werkgevers wilden deze verhoging niet handhaven. Hierdoor zou een werknemer minimaal 40 tot 80 euro per maand mislopen. Wekenlang voerde de NVJ actie met alle steun vanuit de dagbladredacties. Dat resulteerde uiteindelijk in een garantie van de werkgevers dat zij de afspraken alsnog volledig zullen nakomen.

Is de kou uit de lucht?

Annabel de Winter: ‘Jawel, maar er is in november iets gebeurd in de goede relatie tussen werkgevers en werknemers. Je hebt elkaars vertrouwen nodig. Als je eerlijk en open wilt praten over ieders belangen, ga je niet met je kaarten op je borst onderhandelen omdat je de andere partij niet vertrouwt. Dan krijg je heel weinig voor elkaar. Daarom moest dit eerst uit de wereld.’

Wat hebben jullie gedurende die impasse gedaan?

De Winter: ‘We hebben heel veel redacties bezocht en gevraagd wat er leeft en welke onderwerpen in elk geval op de onder­handelingstafel moesten komen. Dat waren met name het generatiepact en het gelijke speelveld voor andersoortige arbeidsrelaties – dus ongeacht de contractvorm eenzelfde beloning bij gelijk­waardig functieniveau. Wat steeds terugkwam ­tijdens die gesprekken was dat de werkdruk onderhand de pijngrens heeft bereikt, zowel regionaal als landelijk.’

Jochem Dijckmeester: ‘Redacteuren hebben het gevoel dat ze niet meer weten hoe ze naast hun vakmanschap en betrokkenheid überhaupt nog kwaliteit kunnen leveren.’

Spreken redacties zich hierover meer uit dan pakweg een paar jaar geleden?

De Winter: ‘Ze spreken zich uit over hun eigen belang, natuurlijk. Maar je hoort net zo goed een enorme verontwaardiging over de positie van freelancers met wie ze samenwerken. Ze zien veel schijnzelfstandigen om zich heen die ze wél als collega’s beschouwen. En veel redacteuren schamen zich ook, want zij moeten ook de lage tarieven met de freelancers onder­handelen. Dat gelijke speelveld moet er echt komen.’

Daarnaast noem je het generatiepact als belangrijk onderwerp. Hoe ziet dat eruit?

De Winter: ‘Dit gaat enerzijds over de belastbaarheid van oudere werknemers en anderzijds over de ruimte om meer jongere journalisten een duurzame arbeidsplaats te bieden. Het idee is dat werknemers van 60 jaar of ouder een deeltijdpensioen kunnen aanvragen en voor de dagen die ze nog werken bouwen ze volledig pensioen op. Hiermee verlaag je de personeelskosten, waardoor er een nieuwe baan vrijkomt voor een jonge journalist. In eenzelfde vaste relatie, dus niet als schijnzelfstandige of payroller.’

Dijckmeester: ‘Vanuit de NVJ willen we duurzaam werknemerschap ook breder trekken. Vaak verengt de discussie zich tot de start van een loopbaan en de periode vlak voor je pensioen. Maar de hele werknemersgroep kent uitdagingen waarvoor je arbeidsvoorwaarden passend kunt maken. Denk aan vaderschapsverlof, mantelzorgtaken of het faciliteren van de mogelijkheid om juist wel te kunnen doorwerken na je 67ste. Voorop staat dat we werk willen creëren en de belastbaarheid willen verlichten van mensen in verschillende levensfasen. Dit mag nooit een bezuinigingsdoelstelling zijn en dat is het ook niet. Werkgevers hebben een businesscase-voordeel: je faciliteert de oudere werknemer, die meestal hoger is ingeschaald en dus duurder is, in minder uren en je laat jongeren instromen.’

De Winter: ‘Werkbelasting zit ’m ook in de trend dat je je werk vanuit huis kunt doen. Prachtig, maar we moeten oppassen op de schijnbare vanzelfsprekendheid ervan.’

Dijckmeester: ‘Voor veel mensen is het moeilijk de scheidslijn te bewaken tussen werk en privé. Even werken in het weekend, daar voelen mensen het hele weekend iets van. Werkgevers doen weleens voorkomen of dit er bij hoort, maar de psychische belasting ervan wordt onderschat. Als je als werkgever iets ­extra’s wilt, zul je dat ook als extra’s moeten erkennen.’

Wanneer kunnen we de eerste set regels voor een generatiepact verwachten?

De Winter: ‘Ik zou in de komende cao graag de eerste contouren willen neerleggen. Op dit moment bespreken we dit nog binnen de paritaire studiecommissie die de voorstellen voorbereidt. Tot er een goede nieuwe vervangende regel is, gaat er niets af van de ouderendagen of de andere dagen die je opbouwt op basis van de lengte van je dienstverband.’

Drie jaar geleden trad Annabel de Winter aan in een tijd van bezuinigingsoperaties en de voorbereiding van een nieuwe, gezamenlijke cao voor het Uitgeverij­bedrijf. Van enige rust in de dagblad­wereld is geen sprake.

Dijckmeester: ‘Ik heb het geluk dat ik al een jaar meedraai binnen de NVJ als pensioenonderhandelaar. Met alle re­organisaties en verwikkelingen rondom de cao heb ik de indruk dat het redelijk vaak stormt binnen deze sector.’

De Winter: ‘Het is in elk geval niet minder geworden. Gelukkig kunnen we nu onze taken verdelen.’

Dijckmeester: ‘We zullen steeds samen kijken wat daarin de beste route is. Bij welk dossier kunnen we bepaalde kennis of juist persoonlijkheden inzetten? Ik kom op het moment binnen dat de cao-onder­handelingen starten. Dat is een mooie kans om mezelf in te werken, zodat ik me niet over een jaar hoef af te vragen hoe ik bijvoorbeeld een side-letter moet interpreteren.’

Hoe kijk je als aankomend dagblad­secretaris tegen de sector aan?

‘Wat mij heeft aangegrepen bij de redactiebezoeken is dat er mensen werken die zeer gepassioneerd zijn voor het vak en ook vanuit een bepaalde trots het vak uitvoeren. Daardoor komen ze ook te weinig voor zichzelf op, omdat het werk altijd voor gaat. Het is onze taak om te zorgen dat zij hun vak weer goed kunnen uitoefenen en ook gewaardeerd worden voor het werk wat ze doen. Daar zit bij mij een grote gedrevenheid. De journalistieke sector heeft een hele belangrijke taak in de samenleving en daar horen goede rechten en plichten tegenover te staan.’

Hoe zie je de toekomst van de sector?

‘Het duiden van nieuws en het brengen van verdieping, juist in deze tijd belangrijk, vraagt vakmanschap. Als werkgevers constant blijven zitten op tijd en geld, vraag ik me af of je op de langere termijn de kwaliteit kunt leveren waarvoor lezers naar je toe komen. Maar ik heb hoop. Mensen dachten lange tijd dat alles wel goed zat in de samenleving. Alles was geregeld. In een tijd van opkomend populisme en nepnieuws hoop ik dat dit tevens een vliegwiel is dat een bredere maatschappelijke discussie aanjaagt. Waardoor er ook weer meer behoefte is aan informatie. Ik hoop op een nieuw elan. Een beweging van jongeren die het belang voelen om zich te verdiepen in het maatschappelijk debat. Of lid te worden van een vakbond. Want echt, niks is vanzelf geregeld.’

 

Annabel de Winter en Jochem Dijckmeester

Vanaf 1 april neemt Jochem Dijckmeester de functie van secretaris Dagblad over van Annabel de Winter. De Winter blijft zich binnen de NVJ toeleggen op haar rol als senior onderhandelaar. Dijckmeester combineert zijn nieuwe functie met die van senior pensioenonderhandelaar. Hij is tevens bestuurder van Pensioenfonds UWV en van Pensioen­fonds PGB.

foto: Truus van Gog