Tegels lichten in de regio

woensdag 15 april 2015

Balsem voor de geprangde ziel, zo’n hoogmis van de journalistiek in de Haagse Koninklijke Schouwburg. De uitreiking van de Tegels, de jaarprijzen voor de journalistiek, is een welkome onderbreking van somber gepeins.

De juryvoorzitter verheelde in een bijzin niet de zorgen over bezuinigingen bij de omroepen en de malaise bij grote dagbladuitgevers. Maar het was toch vooral, en zo hoort het ook, een viering van excellente journalistiek in vele genres. Zo veel dat het weer lastig is om thuis de eenvoudige vraag te beantwoorden: en, wie heeft hem dit jaar gewonnen? Hmm… de Volkskrant, geloof ik.

In elk geval geen regiojournalisten. Kon ook niet, want er was geen enkele productie van regionale omroepen, dagbladen of internetredacties zelfs maar genomineerd. Geen enkele!

Besognes

Dat ze bij de regionale omroepen en de regionale dagbladen andere besognes hebben dan een gooi te doen naar de hoogste eer van de journalistiek is wel duidelijk. De ene sanering rolt over de vorige bezuiniging. Terwijl de Limburgse bladen een behaaglijk plekje zoeken in hun nieuwe Belgische huis, drukt de Persgroep krachtig zijn AD-stempel op de titels van Wegener. In het noorden likken ze hun wonden terwijl ze nog op de operatietafel liggen, aan Noord-Holland is ten langen leste de Telegraaf-beker niet voorbij gegaan.

Gebeurt er dan niets uitzonderlijks in de regiojournalistiek? Natuurlijk wel! Dat er nog steeds met hart en ziel gebuffeld wordt, terwijl het op redacties gonst over sociale plannen en vertrekregelingen, is al bijzonder op zichzelf. Meer dan dat: veel nationale affaires vinden nog steeds hun oorsprong in berichtgeving in titels als De Twentsche Courant Tubantia, Eindhovens Dagblad of het Dagblad van het Noorden. Geloof maar dat er niet alleen in Amsterdam geklaagd wordt over ‘zweetdieven’ die zonder bronvermelding aan de haal gaan met duur bevochten primeurs.

'Gewestelijke bladen'

Het is even verleidelijk als hachelijk om een verband te leggen tussen de onzichtbaarheid van de regio op de Tegel-avond en de kaalslag die daar nu al jaren gaande is. Ik wil er nog niet in geloven. Het zal toch niet zijn dat we terugkeren naar de eerste na-oorlogse jaren waarin de ‘gewestelijke bladen’ (nog) niet voor vol werden aangezien en er zelfs aparte arbeidsvoorwaarden bestonden voor de landelijke en de regionale journalistiek?

Het geld dat alleen op zoek is naar meer geld heeft zich gelukkig langzamerhand teruggetrokken uit grote delen van de mediamarkt. Nu komt het er op aan dat nieuwe huisvaders ernst maken van hun betrokkenheid bij de journalistiek, en die in de regio in het bijzonder. Ik laat me er bijvoorbeeld graag van overtuigen dat de Persgroep bij de voormalige Wegenerkranten investeert waar het er toe doet: in de regio. Maar ik ben er nog niet zeker van.

In plaats van – al dan niet met leedwezen - toe te kijken hoe het grote maatschappelijk goed van betrouwbare, onafhankelijke informatievoorziening stukje bij beetje verdwijnt, zouden gemeenschap, journalistiek en politiek hard en snel moeten nadenken over het keren van dit tij. De NVJ heeft een en andermaal gewezen op de pogingen van de Deense overheid om zonder bevoordeling van gevestigde partijen tot een substantiële ondersteuning van journalistieke initiatieven te komen. 

Overheidssteun

Uitgevers hebben vanouds een broertje dood aan overheidssteun. Ze koesteren het ondernemerschap, maar er zijn de laatste jaren te veel voorbeelden van onkunde en onmacht om uitsluitend daarvan de redding te verwachten. Ik keek daarom op van het pleidooi dat de Nijmeegse bedrijfskundige prof. Hans van Kranenburg onlangs hield voor overheidssteun. Hij beschreef eind jaren negentig de krantenbranche al als een stervende zwaan. Van Kranenburg is echt niet van de lukrake subsidie aan uitgeleefde bedrijfstakken. Maar hij ziet onafhankelijke informatievoorziening wel als een merit good, een zaak waarvan je het voortbestaan vanuit maatschappelijk oogpunt niet aan de markt alleen kunt overlaten. Hoort u het eens van een ander, zou ik zeggen.

Hier en daar zie je al voorzichtige pogingen om de journalistiek te ondersteunen, uit de provinciekas of een enkele keer uit de gemeentekas. Dat er een gemeente als Heerenveen is die alvast een eigen journalist inhuurt om verslag te doen van gemeenteraadsvergaderingen, is hartelijk welkom. Als een even afschrikwekkend als stimulerend voorbeeld, welteverstaan, om de regiojournalistiek te redden voordat hij in de handen van de overheid valt. Want dan zullen daar zeker geen tegels meer gelicht worden.