‘Ik wilde erop uit. De straat op. Mensen ontmoeten’
Corné Sparidaens brengt al ruim dertig jaar het dagelijkse leven in al zijn facetten in beeld. Van demonstraties tot een indrukwekkende reportage over een hartoperatie bij een kind in het tot sluiten gedoemde kinderhartcentrum van het UMCG. Die laatste serie leverde hem overigens dit jaar ook de eerste prijs in de categorie Nieuws Regionaal van de Zilveren Camera op. En het is niet de eerste keer dat hij een prijs bij de Zilveren Camera in de wacht sleept.
Sparidaens zou eigenlijk het banket of de keuken in gaan. Dat liep toch net even wat anders: ‘In de jaren ‘80 zat ik op de mavo en wilde op dat moment heel graag kok of banketbakker worden. Na wat advies opgevolgd te hebben van mijn ouders en mentor, heb ik ervoor gekozen toch maar eerst naar de havo te gaan. Op het Pauluslyceum in Tilburg was een leraar Engels die een fotoclubje onderhield. In een donker hoekje bij de gymzaal had hij een studio en doka. Ik ging bij de club en vanaf dat moment heb ik de fotografie, en de fotografie mij, niet meer losgelaten.’
Na de havo ging hij in 1987 studeren aan de MTS voor Fotografie en Fotonica in Den Haag. ‘Gaandeweg deze opleiding kreeg ik door dat studio-/reclamefotografie niet mijn ding was. Ik wilde naar buiten. Ik wilde erop uit. De straat op. Mensen ontmoeten. Ik ging mijn pijlen daarom richten op de fotojournalistiek. Mijn stageadres werd Dagblad Het Binnenhof waar ik mijn allereerste voorpaginafoto had op woensdag 21 februari 1990. De MTS ging op in de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst. Hieraan studeerde ik af in het jaar 1992.”
Freelance fotojournalist in Brabant
Er volgde een jaar militaire dienstplicht, waar hij zowel als Landroverchauffeur– hoe kan het ook anders – en fotograaf voor de sectie Voorlichting actief was. ‘Voor het kazerneblad Griffioen fotografeerde ik onder andere uitreikingen van militaire onderscheidingen tot militaire oefeningen in de Eiffel.’
Hierna ging Sparidaens aan de slag als freelance fotojournalist voor het Brabants Nieuwsblad (nu BN/De Stem) in West-Brabant. ‘In de jaren die volgden werd mij helemaal duidelijk dat de (regionale)fotojournalistiek echt mijn ding is. Veel contacten met mensen. En de onderwerpen variëren van het maken van portretten tot amateur voetbalwedstrijden en demonstraties. Je mag als fotojournalist bij huizen aanbellen en even binnenstappen in de wereld die daarachter schuilgaat. Wanneer je nieuwsgierig bent zoals ik is dat een heerlijk ding om te doen.’
Leermeester Thom van Amsterdam
‘Ik heb in de ruim dertig jaar dat ik nu actief ben als fotojournalist veel fotografen ontmoet die mij geïnspireerd hebben. Ook heb ik talloze foto-exposities gezien waarvan ik onder de indruk was. En mijn boekenkast telt honderden fotoboeken waar ik eindeloze inspiratie uit kan halen. Maar met terugwerkende kracht kan ik wel stellen dat ik in de periode bij Brabants Nieuwsblad mijn belangrijkste leermeester heb ontmoet in de vorm van Thom van Amsterdam. Thom was vast in dienst bij deze regionale krant. Hij was een fantastische regionale fotojournalist. Thom wist echt van elk onderwerp weer een prachtig beeld te maken. Toentertijd moest je de meeste onderwerpen nog in één beeld zien te vangen; uitgebreide online fotoseries bestonden nog niet. Daar was hij een meester in. Ik hoop dat hij dit leest; ik heb hem voor de kennisoverdracht nooit bedankt. Bij deze Thom.’
Van Brabant naar Groningen
Sparidaens heeft door de jaren heen behoorlijk wat veranderingen in de fotojournalistiek meegemaakt. Dagbladen gingen van fotografen in dienst naar alleen maar het inzetten van freelancers. En dat leven als freelance fotojournalist was ook niet altijd even makkelijk door de toenemende mediaconcentratie: door fusies en overnames werd het aantal uitgevers van kranten alleen maar minder. Met onder andere een verslechtering voor de onderhandelpositie van de freelancers tot gevolg.
‘Door die zwakke positie was ik wel een beetje klaar met het freelancen en ging op zoek naar een vast dienstverband. Dat werd ook toen al niet meer aangeboden. Totdat Drentse Courant/Groninger Dagblad in maart 2000 een stadseditie van Groninger Dagblad begon. Voor deze nieuwe jonge redactie (met onder andere Janine Abbring en Mick van Wely als verslaggevers) waren ze ook op zoek naar een vaste fotograaf. Ik heb direct gesolliciteerd, ben aangenomen en verhuisde direct van Bergen op Zoom naar Groningen.’
Een erg leuke tijd brak aan, blikt hij terug. ‘We maakten samen een mooie, frisse krant vanaf een locatie in de binnenstad van Groningen. Helaas was op de achtergrond een fusie tussen Nieuwsblad van het Noorden en de DC/GD al in de maak. Op 9 maart 2001 maakte uitgeverij Hazewinkel Pers bekend dat het Nieuwsblad van het Noorden, het Groninger Dagblad en de Drentse Courant zouden worden samengevoegd tot één ochtendblad. Met een flinke ontslagronde. Na veel discussie werd Dagblad van het Noorden de nieuwe naam voor de samenvoeging van de drie kranten. Op 2 april 2002 verscheen de nieuwe krant voor het eerst in de vorm van een ochtendkrant. Ik mocht als vaste fotograaf mee naar de fusiekrant Dagblad van het Noorden.’
‘In het najaar van 2013 werden alle vaste fotografen van NDC Mediagroep (uitgeverij waar inmiddels Friesch Dagblad, Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden onder vielen) ontslagen. Alle! Niet één bleef er vast in dienst opereren. Ik vond het een schande en zo denk ik er nog steeds over. Er moest en moet in de ochtendvergadering iemand aan tafel zitten die weet welk onderwerp zich leent voor een foto. Uiteraard is er een beeldredacteur maar die heeft onvoldoende ervaring met het fotografisch beoordelen van een onderwerp. Beeld (foto’s en infographics) werd en wordt het eerste slachtoffer van bezuinigingen en reorganisaties.’
Tot inkeer komen
‘Ik hoop dat de (regionale) kranten ooit een keer tot inzicht komen dat het veel beter kan qua beeld’, zegt Sparidaens. ‘Te beginnen met de verslaggevers niet meer te laten fotograferen en dit over te laten aan fotografen bij wie fotografie hun lust en leven is. Weet je: ik ben heus geen nostalgist. De digitale ontwikkeling binnen de fotografie vind ik alleen maar goed. Maar helaas heeft deze ontwikkeling er ook voor gezorgd dat fotografie ontzettend bereikbaar is geworden voor iedereen en waardoor iedereen denkt een goede foto te kunnen maken.’
Ondanks de kaalslag in de fotojournalistiek blijft hij onverminderd door gaan. ‘Fotografie is nog steeds mijn lust en leven. Ik zou me geen leven kunnen voorstellen zonder de (journalistieke) fotografie. Nog steeds vind ik het fantastisch om even in iemands leven aanwezig te mogen zijn en daarvan ook nog eens foto’s te mogen maken. Ik ben hen oprecht steeds weer dankbaar dat ik dat mag doen. Ook heeft de fotografie mij heel veel gebracht wat mij enorm lief is. Ik ben ervoor verhuisd naar Groningen. Heb in deze mooie stad mijn prachtige vrouw ontmoet en mijn zoon gekregen. Ik overweeg momenteel zelfs om een tatoeage te laten plaatsen op mijn onbeschreven huid dat als motto fotografie heeft!’
Meedoen?
Voor de artikelreeks NVF Uitgelicht in Focus Magazine, het oudste fotografietijdschrift van Nederland, is de redactie altijd op zoek naar NVF-leden die hun werk willen laten zien aan andere collega’s en het bredere publiek. Wil je meedoen? Stuur dan een mail aan Paul Teixeira.