Journalistieke vrijstelling

Een groot deel van de regels uit de AVG geldt niet als je persoonsgegevens uitsluitend verwerkt voor journalistieke doeleinden. Maar wat zijn precies journalistieke doeleinden? In 2008 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie – de hoogste rechter die over de verwerking van persoonsgegevens gaat – geoordeeld dat het begrip ‘journalistiek’ ruim moet worden uitgelegd. Het betrof de zaak rondom het Finse bedrijf Satamedia (zie kader). ‘Journalistieke activiteiten’ zijn volgens het hof alle activiteiten die bekendmaking van informatie, meningen of ideeën aan het publiek als doel hebben – ongeacht het medium. Daaruit kun je aflezen dat deze activiteiten dus niet voorbehouden zijn aan mediaondernemingen of professionele journalisten.

In 2019 heeft het Europese Hof nog eens herhaald dat voor een beroep op de journalistieke exceptie uit de AVG niet het medium bepalend is, maar het oogmerk van de verwerking: met welke doel worden de persoonsgegevens gebruikt? In die zaak ging het om een filmpje dat door Sergejs Buivids – geen professioneel journalist – op YouTube was gezet. In de video is te zien hoe hij wegens een overtreding een verklaring aflegt op een politiebureau in Letland. In de video zijn politieagenten en hun werkzaamheden op het bureau te zien.

Voor deze publicatie werd Buivids vervolgens door de Letse autoriteiten beschuldigd van het overtreden van de AVG omdat hij de politieagenten niet had geïnformeerd over het filmen en publiceren van de video. Hij had hen (in termen van de AVG) niet geïnformeerd over het doel van het verwerken van hun persoonsgegevens. In de daarop volgende procedure beriep Buivids zich op de journalistieke exceptie uit de AVG. Buivids heeft de video gemaakt en geüpload op YouTube omdat hij naar eigen zeggen de aandacht wilde vestigen op vermeende misstanden bij de politie. De Letse rechter vroeg daarna aan het Europese Hof of Buivids wel een beroep kon doen op de journalistieke exceptie, want hij is geen professioneel journalist. Het hof oordeelde dat het uploaden van de video op YouTube uitsluitend tot doel had informatie, meningen of ideeën aan het publiek kenbaar te maken, waarmee het onder journalistieke activiteiten valt waarvoor de journalistieke exceptie geldt. Dat Buivids geen professioneel journalist is, was niet relevant.

Burgers hebben in het kader van de AVG een aantal rechten ter bescherming van hun privacy. Zo hebben zij het recht op inzage in de verwerkte gegevens, het recht op verwijdering (vergetelheid) en het recht op rectificatie. Voor journalistieke activiteiten, door wie ook verricht, geldt een flink aantal vrijstellingen. Als gevolg van deze vrijstellingen (die ook gelden voor academische, artistieke en literaire uitdrukkingsvormen) is een groot deel van de rechten die burgers hebben op grond van de AVG niet van toepassing. Als in een journalistiek artikel persoonsgegevens staan vermeld, zoals een voor- en achternaam en een foto, dan heeft de betrokkene geen recht op vergetelheid: er kan dus niet gevraagd worden de naam te verwijderen, ook bestaat er op grond van de AVG geen recht op inzage en geen recht op rectificatie. Overigens geldt dat recht op rectificatie mogelijk wel op grond van het civiele recht, bijvoorbeeld wanneer een artikel niet aan de juridische en journalistieke zorgvuldigheidsvereisten voldoet en daardoor onrechtmatig wordt geacht door de rechter.

 


Satamedia

Het Finse bedrijf Satamedia had de belastinggegevens van 1,2 miljoen Finnen gepubliceerd in een tijdschrift en via een sms-dienst. Het bedrijf beriep zich op de journalistieke uitzondering die in de richtlijn stond die de voorloper was van de AVG. Het Europees Hof stelde alleen vast dat sprake was van het verwerken van persoonsgegevens en formuleerde een ruime definitie van journalistiek. Het was vervolgens aan de Finse rechter om te beoordelen of de publicatie van de belastinggegevens door Satamedia onder die uitleg van journalistiek viel. Nee, zo oordeelde de Finse rechter: de publicatie droeg niet bij aan een publiek debat en werd verboden.