‘Geen open sfeer om te praten over bedreigingen’

woensdag 8 mei 2019

De helft van het aantal vrouwelijke journalisten heeft te maken (gehad) met bedreigingen, intimidaties of geweld in het kader van hun werk. Onder andere freelancers en/of journalisten met een migratieachtergrond zijn kwetsbaar. Dit blijkt uit “Een onveilig klimaat”, een onderzoek van Laura Das (MA) en dr. Marjolein Odekerken: ‘Er is niet echt sprake van een open cultuur binnen de journalistiek, onderling of met de werkgever, om over bedreigingen te praten.’ Op woensdag 8 mei presenteert ze de onderzoeksresultaten tijdens het Festival van het Vrije Woord.

Waarschijnlijk ligt het percentage bedreigde vrouwelijke journalisten nog hoger dan uit de enquête naar voren komt. Uit de diepte-interviews die Marjolein Odekerken had, bleek dat vrouwen een hoge tolerantiegrens hebben. ‘Ze relativeren en ze willen niet ‘lastig’ doen, mede omdat dit hun positie kan beïnvloeden. Dat heeft sterk te maken met de heersende cultuur in de journalistiek; er wordt gezegd “het valt allemaal wel mee”. Het onderwerp wordt door redacties weinig serieus opgepakt.’

Het vaakst krijgen de vrouwen te maken met bedreigingen op social media (31%), gevolgd door juridische bedreigingen (29%), andere bedreigingen, zoals verbale of telefonische bedreigingen (22%) en fysieke bedreigingen (19%). Wie zijn de daders?

 ‘Op nummer 1 staan de “gewone burgers”, gevolgd door aanhangers van politieke partijen, het bedrijfsleven, mensen met verward gedrag en criminelen/de onderwereld. Uit de casegesprekken blijkt verder dat de aard van de bedreigingen en intimidaties meestal seksistisch en racistisch is, veelal op de persoon gericht en op het vrouw-zijn en niet op de inhoud. Ook is er sprake van (seksuele) intimidatie op de werkvloer: het gaat dan om collega’s.’

Intimidatie op de werkvloer?

‘Je mag het best een bijzondere vorm van bedreiging noemen, die pas in tweede instantie naar voren kwam. In de casusgesprekken heeft bijna elke journaliste de onveilige werksfeer genoemd.’

In welke vormen komt dit terug?

‘Journalisten vertellen dat er denigrerend wordt gedaan met “ach meisje”, of ze worden afgeschilderd als dom en onwetend. Iemand noemde het “de intimidatie in een fluwelen handschoen”, weer een ander “het downsizen van je intelligentie”. Ze voelen zich niet serieus genomen in hun professionaliteit en er worden bijvoorbeeld seksistische opmerkingen gemaakt. Maar de impact is groot. Zoals het niet meer deelnemen aan discussies omdat je anders vervelend wordt gevonden: “Ik hou mijn mond maar want anders krijg ik die volgende opdracht niet”.’

Wat zijn andere belangrijke bevindingen die je tegenkwam?

‘Het meest verontrustende vind ik de forse gevolgen die bedreigingen hebben. Dan gaat het om mentale schade, dat wil zeggen stress, angst, slapeloosheid, PTSS en sommige journalisten komen dan ook terecht in de Ziektewet. Er is weliswaar een hoge tolerantiegrens, maar diep van binnen hebben bedreigingen heel veel impact. Daarnaast zie je ook dat er gevolgen zijn voor de wijze waarop de journalisten te werk gaan. De onbevangenheid is weg. Je ziet signalen van zelfcensuur. Hoewel 35 procent aangeeft niets te hebben veranderd aan hun werkwijze, blijkt onder andere uit de gesprekken dat er wel degelijk signalen zijn. Vaak weten de journalisten zelf maar al te goed welke onderwerpen een rel gaan veroorzaken. Gevoelige onderwerpen zijn ras, culturele identiteit, feminisme, (on)gelijkheid, misdaad, politiek en overheid, oorlog en veiligheid. Ze schrijven vervolgens niet meer over bepaalde onderwerpen (18%), mijden locaties, evenementen of bepaalde groepen (23%), breken vroegtijdig werk af (12%) en zijn bang om bepaald nieuws naar buiten te brengen (27%).’

Neemt die terughoudendheid toe?

‘Ja, meer dan de helft vindt dat de terughoudendheid is toegenomen. Een voorbeeld is als een vrouw wordt gevraagd hoofdcolumniste te worden. Een functie die ze altijd ambieerde maar nu slaat de twijfel toe. Je ziet ook terughoudendheid bij publieke optredens, zoals talkshows. Voor 2 procent is de bedreigende situatie zelfs reden om van carrière te switchen. Het merendeel (70%) vindt de bedreigingen een actueel en reëel gevaar voor de persvrijheid. Overigens zeggen ook sommige vrouwen juist dat ze strijdbaarder worden en zich willen blijven uiten.’

Doen vrouwen aangifte van incidenten?

‘De aangiftebereidheid is zeer laag. Van fysieke bedreigingen wordt nog het vaakst aangifte gedaan maar ook dat is maar 16 procent. Ze denken dat het incident niet belangrijk genoeg was – daar is weer die tolerantiegrens. Ook is er een gevoel van ongemak bij het maken van een melding. Of er wordt gedacht dat er niets gedaan wordt met de aangifte of hebben die ervaring. Aangifte kost te veel tijd en moeite. Of er is te weinig bewijsmateriaal -  zo zijn bij social mediabedreigingen de bedreigingen vaak niet concreet genoeg. Ook vertellen de vrouwen dat ze niet geloofd worden of dat ze bang zijn dat ze van een project worden gehaald en zelfs vrezen voor hun baan. Er is niet altijd steun van de werkgever. Er zijn verschillende factoren waardoor de huidige bescherming tekortschiet.’

Wat zijn die verschillende factoren?

‘Er is niet echt sprake van een open cultuur binnen de journalistiek, onderling of met de werkgever, om over bedreigingen te praten. Er ontbreekt een norm wat er onder bedreigingen wordt verstaan. Het wordt gezien als “part of the job”. Ook ontbreekt het aan solidariteit. En er geldt een prestatiedrang. Als jij het niet doet, gaat een ander ermee vandoor. Dat draagt niet bij aan een beschermd gevoel. Ook voelen slachtoffers zich te veel op zichzelf aangewezen. Er is niet altijd steun vanuit de redactie, of dat wordt in elk geval niet zo ervaren. Slachtofferhulp en nazorg ontbreken.’

Er bestaat niet zoiets als een collegiale opvang, zoals je ziet bij hulpdiensten na een ernstig ongeval?

‘Nee, dat heb ik in ieder geval niet gehoord, maar ik heb wel vrouwen gesproken die met elkaar in een appgroep zitten en elkaar ondersteunen als iemand heel veel over zich heen heeft gekregen.’

Wat moet er gebeuren volgens de vrouwelijke journalisten?

‘Als eerste kwamen cursussen en trainingen naar voren, vervolgens gesprekken met collega’s en leidinggevenden, een hardere aanpak door politie en justitie en een strenger toezicht op social media.’

Vorig jaar werd het akkoord “Agressie en Geweld tegen journalisten” gesloten naar aanleiding van het onderzoek “Een dreigend klimaat”. Er worden nu maatregelen ontwikkeld in het daaruit voortvloeiende project PersVeilig. Wat zou je aan de ontwikkelaars van PersVeilig mee willen geven?

‘Veel eigenlijk. Ik denk dat je vooral moet kijken wat er in de praktijk gebeurt met de voorgenomen maatregelen. Dat er voorafgaand aan de lancering van PersVeilig al een meldpunt is is heel mooi. Maar je bent er nog niet als je ziet hoe laag de aangiftebereidheid is en hoe groot het gemis is van een cultuur om over bedreigingen te praten.’

 


4 belangrijke conclusies

  • Forse impact mentale gesteldheid
  • Concrete gevolgen voor de werkwijze
  • Een actueel en reëel gevaar voor de persvrijheid
  • Gemis open cultuur binnen de journalistiek

 


Een onveilig klimaat

Het onderzoek over de bedreiging van vrouwelijke journalisten is een vervolg op het eerdere onderzoek “Een dreigend klimaat” (2017), van dr. Marjolein Odekerken en prof. Alex Brenninkmeijer. Uit dat onderzoek kwam onder andere naar voren dat met name vrouwelijke journalisten kwetsbaar zijn als het gaat om bedreigingen en intimidaties. “Een onveilig klimaat” is gebaseerd op een online enquête onder 366 vrouwelijke journalisten en een kwalitatief onderzoek op basis van elf diepte-interviews.

 


Marjolein Odekerken

Dr. Marjolein Odekerken is zelfstandig onderzoeker. Haar expertise ligt met name op het terrein van bedreigingen van journalisten en de gevaren voor de persvrijheid. Zij heeft de afgelopen jaren verschillende onderzoeken gedaan naar bedreigingen: (“Rot op met die camera: een kwestie van buurtverzet?!”, 2009; “Perskaart? Niets mee te maken”, 2010 en een “Een dreigend klimaat”, 2017. Daarnaast is zij verbonden als onderzoekster aan het Verwey-Jonker Instituut.