Diversiteit: én Bijlmer én Wassenaar

donderdag 1 oktober 2009

Dat redacties weinig divers zijn was niet te merken aan de kleurrijke opkomst. Een zaal vol gedreven studenten en journalisten die graag wilden praten over het diversiteitsbeleid bij omroepen. NVJ en Mira Media organiseerden op woensdag 30 september het debat ‘Kleurrijk Hilversum’. Waardoor lukt het veel redacties niet de “allochtone” programmamakers binnen te halen en vast te houden? ‘Ik wil een goede journalist zijn. Als het de bedoeling is dat ik een Marokkaanse vlag op mijn bureau zet, dan bedank ik liever.’

Ondanks pogingen om een actief diversiteitsbeleid te voeren is het aantal allochtone journalisten nog zwaar ondervertegenwoordigd in Hilversum. De omroepen, en dan met name de publieke omroepen, zijn geen afspiegeling van de maatschappij. Maar is dat erg?
Wel als je als publieke omroep de taak hebt verbindingen in de samenleving te leggen, vindt Ruurd Bierman van de Raad van Bestuur NPO. Dan zal zoals in elke organisatie het diversiteitsbeleid door alle lagen moeten worden gedragen, want het wordt niks met diversiteit als de top dit onderwerp niet belangrijk vindt. ‘Er moet tenminste bewustwording zijn, vervolgens komt onderzoek en ga je ervoor zorgen dat er daadwerkelijk iets gebeurt in je personeelsbeleid’, aldus Bierman.

Koffieautomaat

Diversiteitsbeleid moet geen hobby zijn van een hoofdredacteur, vindt ook Hans Laroes, hoofdredacteur van het NOS Journaal. ‘Het beleid kan alleen slagen als zowel leiding en redactie erbij worden betrokken. Vandaar dat een werkgroep waarin ook redacteuren zijn vertegenwoordigd voorstellen gaat doen.’
Een organisatie werkt anders dan een aantal jaren geleden. ‘Je ziet andere woorden, andere beelden, andere mensen’, zegt Laroes. ‘Wij hebben de taak iedereen te bereiken en de taak verhalen te brengen die ertoe doen. Daar heb je mensen bij nodig.’
Dat betekent wel dat ook de cultuur op redacties moet veranderen. ‘Het is nog te veel een eendimensionale cultuur bij de koffieautomaat.’
Betekent dit dat kijkers ook kunnen verwachten dat het NOS Journaal gepresenteerd wordt door een presentatrice met hoofddoek? ‘Nee, niet op dit moment. Om de eenvoudige reden dat het dan niet meer over het nieuws gaat maar over de presentator.’

Individu

Als zo weinig allochtone journalisten instromen op redacties is het instellen van een quotum misschien een uitkomst. Beslist niet, vindt Marike Stellinga, schrijver van het boek "De mythe van het glazen plafond". Overheidsbemoeienis is in elk geval niet de oplossing. ‘Je wilt gezien worden als individu. Er wordt wel geroepen dat het goed is om vrouwen in de top te hebben omdat ze bijvoorbeeld empathischer zijn dan mannen. Maar dat betekent toch niet dat ik empathischer ben dan mijn buurman? Alles begint bij het individu. Er zijn allerlei organisaties zonder afspiegeling, waar mannen in de minderheid zijn. Kijk naar de zorg of het onderwijs. Dat kun je niet wenselijk noemen, maar je kunt niks opleggen. Je kunt alleen kijken wat je zelf kunt veranderen.’
Toch maakt enige verplichting wel een verschil. Tot de wettelijke taken van de NPS behoren Kunst & Cultuur, Jeugd & Achtergrondjournalistiek en Minderheden. ‘Dat is een goede stap geweest’, zegt Frans Jennekens, projectleider diversiteit bij de NPS. ‘Door dat beleid en die verantwoordelijkheid ontstond de basis voor programma’s zoals Prem, Raymann is laat en De meiden van halal.’ Anderzijds vindt Jennekens quota voor meer allochtone journalisten een achterhaalde discussie. ‘Televisiemakers moeten onderhand inzien dat er kijkers te winnen vallen.’

Bijlmer- of Slotervaart-spokesmen

Journalisten met een allochtone achtergrond kunnen de witte bolwerken die veel redacties nog zijn, enorm verrijken. Maar, vinden sommige, ze willen geen Bijlmer- of Slotervaart-spokesmen zijn. ‘Ik wil een goede journalist zijn’, zegt Fouzia Elhannouti van EénVandaag. ‘Dat heb ik ook bij mijn sollicitatie gezegd. Als het de bedoeling is dat ik een Marokkaanse vlag op mijn bureau zet, dan bedank ik liever.’
Toch kun je je achtergrond en kennis ook gebruiken zonder je andere capaciteiten te verliezen. ‘Je wilt niet worden ingedeeld als Surinamer’, zegt Zarayda Groenhart van BNN. ‘Maar ik kan verhalen maken over de Bijlmer op maandag en dinsdag en op donderdag en vrijdag doe ik wat anders. Je kunt beide doen: en Bijlmer en Wassenaar. Het gaat erom dat je een voet tussen de deur krijgt om ook andere dingen te kunnen doen.’
Je kunt juist profiteren van de kennis, vindt Hans Laroes. ‘Het gaat om de journalistieke achtergrond. Ik neem een journalist niet aan omdat hij Suikerfeest-specialist is, maar het kan soms handig zijn om iemands kennis te gebruiken.’

Slecht imago

Dat het niet wil lukken met het vormen van een divers personeelsbestand op redacties ligt trouwens niet altijd aan het ontbreken van beleid. Het beroep journalist heeft een slecht imago. Media zijn nu eenmaal niet populair onder allochtone Nederlanders en het beroep journalist heeft minder aanzien dan een jurist of arts. Het gevolg is dat het aantal allochtone studenten op de journalistieke opleidingen gering blijft.
‘Maar’, zegt een freelancer van RTL Nieuws, ‘wat er fout gaat in de journalistiek kun jij als allochtone journalist juist ook weer een beetje beter maken. Neem je eigen verantwoordelijkheid en gebruik je kans.’
Zarayde Groenhart vindt bovendien dat jonge allochtone journalisten een pionierspositie innemen. ‘Dat is niet altijd leuk. Maar kom op, het is geen warm bad, het is een business. Weinig redacties zijn gemêleerd, en ja, er wordt wel eens een Surinaamse grap gemaakt. Dat hoort er bij.’

Opleidingen

Dat de allochtone student wegblijft is ook te wijten aan de opleidingen zelf. De voorlichting laat bijvoorbeeld nog te wensen over. Ook kan de opleiding veel meer doen aan het aanbod of de studieloopbaan. ‘Meer aandacht voor multiculturele competenties, bronnengebruik of antropologie’, zegt docent Nico Kussendrager. ‘Dat laatste vak hebben we nu in het eerste jaar ingevoerd. Daarnaast moeten we ook kijken naar de redactieculturen. Bij de westerse cultuur hoort kritiek en hard interviewen. Sommige studenten zijn dat niet gewend en haken af. We moeten daar iets mee, misschien via studieloopbaanbegeleiding.’




foto: Dick Oosterbaan