Camera-journalistiek: kwestie van aandacht verdelen

dinsdag 28 april 2009

Camera-journalistiek is dagelijkse praktijk geworden. Tegenstanders moeten er dus simpelweg mee leren leven. Maar ook de meest fervente voorstanders geven toe dat niet ieder onderwerp geschikt is. ENG-camera’s blijven dus nodig voor goede televisie-journalistiek. Zo bleek uit het debat ‘Vijf jaar camjo: zegen of plaag’, dat werd georganiseerd door de sectie Omroep van de NVJ.

Zo’n 50 belangstellende journalisten en programmamakers kwamen op 22 april bij elkaar in de studio’s van RTV Oost in Hengelo voor het debat. Onder leiding van Caroline van den Heuvel (Eénvandaag) debatteerden ze over nut en noodzaak van de camjo-journalistiek. ‘Wij kiezen er bij het Journaal voor om onderwerpen soms camjo te draaien, omdat je dan veel dichter op het onderwerp zit’, betoogt voorstander Tim Overdiek. De adjunct-hoofdredacteur zette in Londen voor het Journaal de eerste multimedia post op. Overdiek ziet de grote voordelen van het zelfstandig werken. ‘Door te blijven oefenen kun je uiteindelijk net zo’n goed item afleveren als met een cameraman.’
Het gaat steeds meer over de techniek en minder over de inhoud, concludeert presentator Wouter Kurpershoek van Eénvandaag. Kurpershoek maakte als verslaggever zo’n 50 camjo-onderwerpen. Daarin merkte hij dat het verdelen van de aandacht funest is voor een journalist. ‘Je wilt om je heen kijken, mensen in de ogen kijken. Als camjo moest ik ook een groot deel van de tijd op mijn camera letten. Dat maakt je als verslaggever minder scherp.’
Camjo Ruud Dilling van RTV Oost erkent dat het verdelen van de aandacht een gevaar is. ‘Voorheen was ik cameraman en ging ik voor 100 procent voor een mooi shot. Nu is dat ongeveer 60 procent, want ik moet ook op geluid letten en de vragen stellen.’ Maar dat vindt Dilling geen probleem. ‘Er zijn mensen bij onze omroep die een betere journalist zijn, maar ik wil ook graag doorvragen en de juiste antwoorden horen.’
Bij het Journaal, vertelt Tim Overdiek, worden vooral feature-onderwerpen camjo gedraaid. Het nieuws van de dag wordt nog gemaakt door een verslaggever met cameraman. Bij de regionale omroepen is dat anders. RTV Utrecht werkt alleen nog maar met camera-journalisten. Daardoor heeft de redactie meer capaciteit en dus ook meer mogelijkheden voor goede verhalen. De aanwezige redacteuren zijn enthousiast, maar vanuit de zaal komt ook de vraag of de hogere productie niet ten koste gaat van de journalistieke kwaliteit. Wouter Kurpershoek denkt van wel: ‘Je bent ook meer bezig met de randvoorwaarden en wordt afgerekend op beeldkwaliteit en shots, niet meer op een briljante vraag.’
Heel anders is de insteek van Pieter Sijpersma, hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden. De krant heeft drie camjo’s in dienst, die de site bedienen. Het is een aanvulling op de gedrukte krant. ‘Er zijn onderwerpen die de krant niet halen maar die heel geschikt zijn om in beeld te brengen. Dat gaan we dus doen. Wij zijn krantenjournalisten en moeten nog veel dingen leren. Maar als ik merk dat landelijke omroepen onze beelden kopen, zijn we denk ik goed op weg.’ Binnenkort start het dagblad met een eigen TV kanaal, waarop ook items van de camjo’s uitgezonden worden.