Reactie mediabeleid provincie Zeeland

vrijdag 16 oktober 2009

De NVJ wijst in een reactie op het Mediabeleid 2009-2014 van de provincie Zeeland Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten op het belang van sterke, professionele, pluriforme en vooral onafhankelijke journalistiek. In de nota wordt een nauwe samenwerking tussen regionale omroep Omroep Zeeland en de regionale kranten PZC en BN De Stem gewenst. Dit leidt, aldus de NVJ, per definitie tot aanpassing van de inhoud. ‘Deze mening wordt nog eens versterkt door een passage in de nota waarin wordt gesteld dat beide media toch wel hetzelfde nieuws brengen.’

Reactie NVJ op nota GS inzake Mediabeleid 2009-2014 Provincie Zeeland:


Met grote belangstelling hebben wij de nota Mediabeleid Provincie Zeeland 2009-2014 gelezen. U weet dat de Nederlandse Vereniging van Journalisten als beroepsvereniging staat voor een sterke, professionele, pluriforme en vooral onafhankelijke journalistiek. Belangrijke elementen die wij ook in uw nota teruglezen. Toch menen wij enkele opmerkingen te moeten plaatsen.

Naar onze mening terecht stelt het college van GS in haar nota meerdere malen zich niet te mogen/willen bemoeien met de inhoud. In een democratie waarin wij leven is het een groot goed dat er ook een heldere scheiding is tussen de politiek en de journalistiek. Echter een door u zo gewenste nauwe samenwerking tussen de regionale omroep Omroep Zeeland en de regionale kranten PZC en BN De Stem leidt naar onze mening per definitie tot aanpassing van de inhoud. Deze mening wordt nog eens versterkt door een passage in de nota waarin wordt gesteld dat beide media toch wel hetzelfde nieuws brengen. Dat dit geen schrijffout is blijkt wel verderop in de nota waar wat meer op de gewenste samenwerking wordt gefocust. De zinsnede "Onze gedachten gaan daarbij niet alleen uit naar samenwerking bij bijzondere evenementen, maar ook bij de verslaglegging van dagelijkse Zeeuwse zaken." baart ons grote zorgen. Media die met nieuws bezig zijn, gaan per definitie op zoek naar 'eigen' nieuws. Dat is juist de kracht van een pluriform mediabestel.

De NVJ weet als geen ander hoe de media in het algemeen en de journalistiek in het bijzonder in beweging zijn. En uiteraard zijn ook wij bezorgd over de afnemende belangstelling voor kranten. Wij zijn echter van mening dat samenwerking tussen verschillende mediabedrijven de pluriformiteit en onafhankelijkheid moet versterken in plaats van dat dat verwatert. Bovendien wordt in onze ogen terecht in de nota opgemerkt dat de wetgever op verschillende vlakken genuanceerder over samenwerking denkt. Belangrijk daarbij is dat een publieke organisatie zich niet dienstbaar mag maken aan het behalen van winst door derden. Dus hoe het college de door hen voorgestelde nauwe samenwerking ziet in het licht van de wetgeving is ons niet geheel duidelijk.

Dan permitteren wij ons nog een opmerking over de financiering van laten we het noemen nieuwe media of nieuwe platformen van de regionale omroepen. IPO en ROOS hebben bij de decentralisatie van de financiering van de regionale omroepen gesteld dat de provincies de zorgplicht ten aanzien van de regionale omroepen zeer serieus zouden nemen. De huidige financiering is gebaseerd op de situatie in 2004. Als de provincie Zeeland, naar onze mening terecht, constateert dat het landschap is veranderd en dat investeringen op het gebied van internet, mobiel en narrow casting noodzakelijk zijn, dan moet u ook zelf een stap zetten. En dat betekent zorgdragen voor aanvullende financiering. Het hierbij verwijzen naar de Rijksoverheid is ons inziens een te makkelijke stap. Dat de Rijksoverheid aanvullende middelen beschikbaar stelt voor de landelijke publieke omroepen komt voort uit het feit dat zij ook in zeer directe zin verantwoordelijk is voor de financiering van deze organisaties.

Tenslotte nog het volgende. Reeds in eerdere publicaties heeft de NVJ haar zorg uitgesproken over de inmenging van openbare besturen bij publieke omroeporganisaties. De kracht van ons publieke omroepbestel zit juist in de volstrekte onafhankelijkheid van de omroeporganisaties. Wij hebben er veel begrip voor dat bestuurders het op zijn zachtst gezegd vreemd vinden te moeten betalen voor organisaties waar zij inhoudelijk geen zeggenschap over hebben. Daarmee zijn deze publieke omroepen ook zeer uitzonderlijke organisaties. Echter alleen dan kan de omroep onafhankelijk functioneren. Wij dringen er dan ook bij u op aan niet teveel te willen sturen in de richting van een samenwerking. Dat moet uit de organisaties komen en dan ook nog binnen de wettelijke kaders blijven.