Wie keurt de advocaat?

maandag 30 september 2013

Op feesten en partijen kun je als advocaat beter niet vertellen wat je voor de kost doet. Niet alleen om te vermijden dat je de hele avond naar een klacht over een onterechte boete moet luisteren, onder het motto: “het gaat niet om het geld, maar om het principe”, maar ook omdat het imago van de advocaat wel wat te wensen overlaat. Geldwolven zijn het en gladde praters. Althans dat was zo’n beetje het beeld, totdat de vakbroeders en zusters ruimschoots ingehaald werden door een slechter imago van bestuurders van banken en pensioenfondsen.

Ook journalisten hebben een beeld van de advocatuur. Het Advocatenblad plaatste onlangs een aantal interviews met ervaren journalisten in de juridische journalistiek. Dat blijkt dan overigens uitsluitend om strafrecht te gaan. Want moord en doodslag blijken toch boeiender dan het brood en spelen van het civiele recht. Enfin, volgens de journalisten wordt er wat afgestunteld in de rechtszaal. Zo zijn er advocaten gezien die in de rechtszaal “voor het eerst het elastiekje van hun dossiermap halen”, soms is er “veel theater en weinig inhoud” en willen “sommige advocaten in het openbaar iets te vaak hun piemeltje poetsen”. Foei, maar uiteindelijk is het overall oordeel niet eens zo slecht. De journalisten geven een 7 tot 9.

Staatsecretaris Teeven is veel minder positief over de kwaliteit van de advocatuur en wenst extern toezicht, vanuit het idee dat toezicht niet uitsluitend aan de sector zelf (zoals nu het geval is) kan worden overgelaten. Een onafhankelijk College van Toezicht voor de controle op de advocatuur. De Orde van Advocaten is boos en spreekt van kwalijk staatstoezicht. En daar is zeker iets voor te zeggen. De advocaat moet ten behoeve van zijn cliënt immers ook vrij zijn om de overheid zo nodig te vuur en te zwaard te bestrijden. Daar past geen zwaar opgetuigd overheidstoezicht bij. Velen, onder meer hoogleraar advocatuur Britta Böhler, geven de voorkeur aan zelfregulering.

Maar dan moet de slager wel wat preciezer op het eigen vlees zijn. Moszkowicz kreeg weliswaar ‘levenslang’, maar dat is echt een uitzondering. De advocaat die zich een klacht van het lijf probeerde te houden door zijn cliënt te dreigen met een aanzienlijke schadevergoeding, kwam weg met een simpele waarschuwing. En wat te denken van de advocaat die een vermogende, maar demente hoogbejaarde ongespecificeerde facturen ter hoogte van circa € 75.000, stuurde en haar adviseerde in gemeenschap van goederen te trouwen met haar 22-jarige achterneef? Ieder normaal mens noemt zo iemand een boef. Het Hof van Discipline vond een maand schorsing wel genoeg. Kortom, de slager die zich de inspectie van het lijf wil houden, mag best wat strenger zijn voor eigen waar.