Yvonne Dankfort: ‘Ik heb zoveel bewondering voor onze actieve leden’

woensdag 17 november 2021

Yvonne Dankfort stopt als manager van de NVJ Academy. Zij gaat per 1 januari 2022 met pensioen. Boegbeeld van de tijdschriften, lokale media en natuurlijk de NVJ Academy. Ze kijkt terug op een rijke geschiedenis met meer dan dertig jaar ervaring. Over lange onderhandelingen en standvastige onderhandelingsdelegaties, bijvoorbeeld. ‘Als uitgevers een verhaal gingen ophangen over de slechte economie, te hoge papierprijzen en God mag weten wat, dan had je daar economisch geschoolde redacteuren in de onderhandelingsdelegatie zitten die voldoende weerwoord hadden. Ik heb zoveel bewondering voor onze actieve leden.’

Yvonne Dankfort in het Muziekcentrum, het voormalige VARA-gebouw waar haar loopbaan in de media begon (foto: Evert Bruinekool)

Als secretaris Tijdschriften en Lokale Media droeg Yvonne Dankfort haar steentje bij aan de emancipatie en arbeidsvoorwaardenontwikkeling van vak-, publieks- en opinietijdschriften en nieuws- en huis-aan-huisbladen. Met de komst en de uitbouw van NVJ Academy vond ze een prachtige balans in haar werk. Dertig jaar NVJ. Dan verdien je op z’n minst een  afscheidsinterview. Aan het einde van het gesprek zegt ze: ‘Ik heb eigenlijk best wel hard gewerkt, hè.’ Ja! En gezien alle reacties op haar aanstaande vertrek vanuit het werkveld is dit niet onopgemerkt gebleven. Dan kun je met recht trots zijn.

Voor de geboren Hilversumse was een loopbaan in de mediasector een bijna vanzelfsprekende keuze. Vakantiebaantjes bij de omroep. Bij mediaprogramma Boemerang, met Gabri de Wagt, Wim Klinkenberg en Aad Nuis. En later als productieassistent bij Sonja Barend en Ellen Blazer. Wel eerst je studie afmaken, vonden ze daar. ‘Sonja is nog bij de uitreiking van mijn bul geweest.’ Dankfort studeerde eerst culturele antropologie en stapte daarna over naar andragologie. ‘Zeg maar pedagogiek voor volwassenen. Dan kom je vaak bij een vakbond terecht omdat je volwassenen helpt hun belangen te behartigen.’ Dankfort begon haar loopbaan bij NU’91, de beroepsorganisatie voor zorgprofessionals.

Was het niet logischer om na je studie terug te keren naar tv of radio?

‘Zeker wel. Ik was veel met Suriname bezig en wilde daar naartoe om mooie programma’s te maken. We hebben in Suriname de film Oema foe Sranan gemaakt, over vrouwen in Suriname. Maar na de decembermoorden heb ik die droom opgegeven, ik wilde niet bij de media werken als dat betekende dat je niet kritisch mocht zijn. Het samenwerken met journalisten heb ik altijd interessant gevonden en via een omweg heb ik dus gesolliciteerd bij de NVJ. Het selectiebureau vond me interessant. Qua opleidingsniveau maar ook vanwege mijn Surinaamse achtergrond en misschien mijn wat atypische antwoorden. Gelukkig hebben zij geadviseerd om mij aan te nemen.’

Is die achtergrond gedurende je loopbaan ook merkbaar geweest?

‘Ja, maar niet altijd positief. Van dit soort voorvallen: ik meld me bij de portier die me verwijst naar de schoonmaak, terwijl ik daar ben om een meute journalisten toe te spreken. Of werkgevers die je bij de eerste ontmoeting verrast aankijken. Ja, ik kom uit Hilversum en ik spreek Nederlands zonder accent. Praat je over een dieptepunt, dan vrees ik dat er na dertig jaar nog veel moet gebeuren als het gaat om diversiteit en inclusie. Gelukkig staat dit onderwerp de laatste jaren hoog op de agenda van de NVJ, niet in de laatste plaats door de bemoeienissen van de leden van Vers in de Pers.’

Yvonne Dankfort vertrekt bij de NVJ in een tijd van grote veranderingen. Er is een nieuwe verenigingsstructuur tot stand gekomen die beter aansluit bij de moderne wereld van de journalistiek. Er kwam ook één cao – de cao voor het Uitgeverijbedrijf - waarin de cao’s dagbladen, tijdschriften en lokale media werden opgenomen. Voor haar is hiermee de cirkel rond.

Wat bedoel je met de cirkel is rond?

‘Dan heb ik het over alle ontwikkelingen bij publieks- en opiniebladen, lokale media en vaktijdschriften die hebben geleid tot volwaardige cao’s. Als we die basis toen niet hadden gelegd, waren bijvoorbeeld de vaktijdschriften in de jaren negentig bij het administratief personeel ingedeeld en niet bij een journalistieke organisatie.’

Werden vaktijdschriften journalistiek gezien onderschat?

‘Ja, vreselijk. Terwijl het hier om een heel inhoudelijk vak gaat waar je als journalist uiterst kritisch, onafhankelijk en wetenschappelijk moet denken. Hier zitten de hoogst opgeleide journalisten.’

Terug naar de jaren negentig. In 1991 ontbrandde een felle, principiële strijd toen de werkgevers de administratieve cao voor het tijdschriftuitgeverijbedrijf bijna volledig wilden volgen. Dat de journalisten geen volwaardige journalistieke cao nodig zouden hebben, wakkerde de actiebereidheid onder de NVJ-leden flink aan met als gevolg te late verschijningen, het schrappen van het NOTU-logo in de bladen en werkonderbrekingen. De actiedreiging van (hoofd)redacteuren leidde er uiteindelijk toe dat na zeven maanden strijd een cao werd afgesloten met als belangrijkste resultaat de stap in de richting van een volwaardige journalistieke cao.

Bij de publieks- en opiniebladen volgde tien jaar later een even zo belangrijke strijd toen hier de functiewaardering op de schop ging. Uit benchmarkonderzoek bleek dat de publieksbladensector zwaar achterbleef bij vergelijkbare beroepsgroepen. Er kwam een onafhankelijk onderzoek naar een nieuw indelingssysteem en een marktconform loongebouw. Na schermutselingen over de uitkomsten – volgens werkgevers niet acceptabel – werd ruim een jaar later de verdere uitwerking weer ter hand genomen en kwam er alsnog een nieuw marktconform loongebouw.

De jarenlange strijd en actiebereidheid zorgden uiteindelijk voor een kentering in beide sectoren. Hoe kijk je hierop terug?

‘Het ging en gaat bij journalisten altijd meer over hun journalistieke professie dan sec over procenten. Hoe kun je uitgevers ervan overtuigen dat het om het belang van de journalistiek gaat? In de loop der jaren heb ik de markt enorm zien veranderen. In plaats van directies die de redacties door en door kenden, kreeg je woordvoerders tegenover je die absoluut geen band met de journalistiek hadden. De afstand tussen redacties en ceo’s werd steeds groter. Waar journalisten van houden, en ik ook trouwens, is dat je kunt argumenteren. Maar het wordt lastig als je een partij tegenover je hebt die geen flauw benul heeft van journalistiek en alleen maar op cijfers aanstuurt.’

Hoe doorbrak je de starre houding van werkgevers?

‘Als onderhandelaar zoek je naar een band om zo openingen te vinden. En als het uiteindelijk hard moet, dan gaat het hard.’

Welke rol speelden de leden binnen de onderhandelingsdelegaties?

‘Zij waren cruciaal. Je moet kunnen overtuigen dat het over de inhoud van dit vak gaat. Wie kunnen dat beter dan journalisten die de praktijk kennen en zowat elke aanval vanuit werkgevers kunnen pareren? Als uitgevers een verhaal gingen ophangen over de slechte economie, te hoge papierprijzen en God mag weten wat, dan had je daar economisch geschoolde redacteuren in de onderhandelingsdelegatie zitten die voldoende weerwoord hadden. En die konden terugvallen op een groot netwerk van collega’s die zij konden bevragen. Ik heb zoveel bewondering voor onze actieve leden. Wat een inzet voor je eigen club.’

Welke rol heeft een secretaris om dat vuurtje van betrokkenheid brandende te houden?

‘Contacten met de achterban. Ga de werkvloer op en praat met mensen. Niet alleen wanneer er problemen zijn, maar sowieso. Leden slaan dat in hun hoofd op en beseffen dat er een partij is die voor hen opkomt. Het gebeurt niet zelden dat zij na zo’n bezoek actief worden voor de NVJ. Tegenwoordig is dit een rol voor onze organizers die de directe contacten leggen met journalisten. Een heel belangrijke rol.’

Iets geheel anders. In 2016 werd je fulltime manager voor de NVJ Academy. Als je nu mocht kiezen tussen secretaris zijn en NVJ Academy…

‘Dat is niet te doen! Bovendien was het een logische vervolgstap. Door mijn jarenlange werk als secretaris heb ik een groot netwerk op kunnen bouwen dat ik goed kon inzetten bij de NVJ Academy.’

Hoe kwam je tot die keuze om je geheel in te zetten voor de NVJ Academy?

Lachend: ‘Ik heb mijn vinger opgestoken op een heidag met bestuur en secretariaat. Zonder gekheid: waar ik me altijd over heb verbaasd is dat journalisten niets of weinig aan opleiding deden. Je bent journalist en klaar. Maar hoeveel beroepen heb je niet waar je verplicht bent om studiepunten te halen? Nu ging het hier niet om studiepunten of tien avonden lang een cursus volgen. De ambitie was praktische kortlopende en betaalbare cursussen waar de journalist direct mee aan de slag kon. Inmiddels telt de NVJ Academy meer dan 154 educatieve activiteiten, live en online. Wat ik waanzinnig goed vind is dat er nu binnen de NVJ een aparte poot Vakontwikkeling is gekomen die net zo belangrijk is als onze speerpunten werkvoorwaarden en persvrijheid.’

Wat voor effect heeft Corona gehad op de NVJ Academy?

‘We hebben in een recordtempo een deel van de cursussen weten om te zetten in een online aanbod. Dat is zo succesvol dat we nu een online aanbod hebben naast ons reguliere aanbod op locatie. Ik noem dit wel een hoogtepunt, hoor. Met die online omslag hebben we ook een nieuwe doelgroep aangeboord. Die van overzee. Uit de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland, Senegal, Suriname, Curaçao. Hoe leuk is het om bij een cursist in een Zoom-sessie de zon te zien opkomen.’

Over hoogtepunten gesproken…

‘Sjonge, tja. Bij NVJ Academy? De subsidies die we hebben binnengehaald voor de ZZP50 regeling, waardoor alle freelancers 50 procent korting krijgen op cursussen. De ontwikkeling van opleidingenreeks Zoek het uit, over onderzoeksjournalistiek. De veiligheidscursussen voor PersVeilig en de cursus Verslaggeving in Conflictgebieden in samenwerking met het ministerie van Defensie. Expeditie bladen maken, leergang voor bladenmakers door het COP (Commissie Onderwijsfonds Publieksbladen). En uiteraard, de organisatie van MAG Inspiration Day, het belangrijkste tijdschriftenevent. Weet je, we hadden het daarstraks over het samenwerken met werkgevers. Er valt heel veel te winnen als je buiten cao-onderhandelingen samen activiteiten organiseert. Samen aan de bak. MAG Inspiration Day is daar een heel mooi voorbeeld van.’

Wat ga je het meest missen?

‘Ik ga uiteraard de samenwerking met  mijn collega’s missen. En de samenwerking met Myrte (Derks, coördinator NVJ Academy, Red.). We zijn zo verschillend. Ik van de grote lijnen of hele grote ideeën en zij van het stroomlijnen en het organiseren. Verder ga ik de dynamiek van het werk zelf missen en alle waardevolle contacten. Wat ik beslist niet ga missen is alle financiële administratie bij subsidieaanvragen.’

Gaan we je straks terugzien in een bestuurlijke functie?

‘Ik dacht aanvankelijk dat ik iets bestuurlijks moest gaan doen en dat ik dat nu alvast moest gaan regelen. Van dat idee ben ik afgestapt. Ik ga eerst ont-NVJ’en. Ik heb al die jaren best wel hard gewerkt, hè. Dus ik ga leuke dingen doen. Reizen. Sporten. Golfen. Misschien de studie culturele antropologie weer oppakken, want ik vind volken bestuderen waanzinnig interessant. Ik heb nog een piano staan. Of gewone boeken lezen. En na een pauze met alleen maar leuke dingen doen, ga ik bedenken hoe ik me nuttig kan maken.’