COLUMN: Ontluistering voor dertien cent

maandag 15 februari 2016

Toen ik bijna vijftig jaar geleden op de School voor de Journalistiek zat, probeerde ik mijn studiebeurs een beetje aan te vullen door stukjes te schrijven vanuit mijn dorp aan de rivier. Daar verschenen toen nog vier regionale dagbladen, en met drie carbonnetjes wist ik mijn productie en mijn verdiensten simpel te verviervoudigen. Een vetpot werd het nooit.

Een paar jaar later stuurde ikzelf op de zuidelijke Veluwe een handvol medewerkers aan die een zakcentje bijverdienden bij de krant. Er was er één bij die zo beroerd schreef, dat ik hem vroeg om zijn nieuwtjes aan mij door te bellen. Het was voor mij minder werk om het zelf te schrijven dan zijn teksten leesbaar te maken. Daar stond tegenover dat hem niets ontging.

Weer dertig jaar verder ging ik als hoofdredacteur van de centrale redactie van de Wegenerkranten over een medewerkersbudget van meerdere tonnen. Hoewel ik me wat meer kon permitteren dan de collega’s bij de afzonderlijke titels, was het voor de freelancers geen weelde, ondanks het feit dat zij voor een oplage van een miljoen schreven. Maar het was, zeker in het licht van de geschiedenis die wij nu kennen, nog net fatsoenlijk. Vond ik, althans.

Die fatsoensgrens zijn we inmiddels al lang over. Zie de bijdrage van Bart Ebisch op Villamedia. Hoofdredacteuren lijken bevrijd te zijn van het gezeur over tarieven. Ze volstaan met te verwijzen naar de uitgever, want die bepaalt. Normaal worden prijs en kwaliteit in samenhang bekeken, maar hoofdredacteuren gaan blijkbaar alleen nog over het laatste.

Hier zien we het resultaat van een markt waarin een handvol inkopers staat tegenover duizenden aanbieders. De bodem valt weg.

Er zijn maar drie mogelijkheden:

  1. Journalistiek wordt een bijbaan die je vooral voor je lol doet, naast werk dat echt geld oplevert;
  2. Je gaat een vak leren waar je wél van kunt leven;
  3. Freelancers aller windrichtingen: verenigt u! Ga doen wat Raiffeisen 165 jaar geleden bedacht toen hij zag hoe kleine boeren door hun financiers werden afgeknepen: hij bundelde hun krachten.

Reken maar dat de NVJ er is voor de mensen die het derde pad kiezen, want zij rekent het behoud van goede, professionele, onafhankelijke journalistiek tot haar kerntaken.

Wat we nu zien gebeuren, is het terugdraaien van de kwaliteitsslag die ons vak vanaf het laatste kwart van de vorige eeuw heeft meegemaakt. Noem het ontluistering.

Vakwerk krijg je niet op een koopje.

---