In Museum Hilversum vindt vanaf 3 februari een bijzonder eerbetoon plaats aan de in oktober overleden fotograaf Jeroen Oerlemans. De tentoonstelling Jeroen Oerlemans 1970 – 2016 is, naast de Canon Zilveren Camera expositie, tot en met 12 maart te zien.
Jeroen Oerlemans kwam tijdens zijn werk om het leven in de Libische stad Sirte. Oerlemans reisde regelmatig af naar brandhaarden in onder andere Libanon, Soedan, Palestina, Afghanistan, Syrië en Libië. In 2012 werd hij in Syrië, samen met de Britse fotograaf John Cantlie, ontvoerd door moslim-extremisten. Tijdens een ontsnappingspoging werd hij neergeschoten, maar de schotwond was niet-levensbedreigend. Het afgelopen jaar werd hij wel dodelijk getroffen. ‘Jeroen Oerlemans was gedreven om het nieuws in beeld te brengen’, aldus Marcel Molle, bestuursvoorzitter van Stichting de Zilveren Camera. ‘En hij had de diepe overtuiging dat beelden van conflicten naar buiten moeten worden gebracht.’
De tentoonstelling is samengesteld door Oerlemans’ levenspartner Boes Hogewind: ‘Ik vind het zo’n heftig beeld. Hoe hij altijd hier de trap af ging met zijn reisspullen. Kogelvrijvest, rolkoffer, rugzak. Hij was vaak bang voor vertrek, maar hij ging altijd.’ Zijn goede vriend Joeri Boom schreef de tentoonstellingsteksten en voerde hiervoor gesprekken met Boes Hogewind en Simone Berghuys. Berghuys is werkzaam bij weekblad De Groene Amsterdammer, waar Oerlemans en Boom hun carrière begonnen. Zij was de enige fotoredacteur die al Oerlemans werk mocht zien – ook de niet gepubliceerde beelden.
De tentoonstelling is een initiatief van de Stichting Zilveren Camera en mede mogelijk gemaakt door de NVJ), NVF, Villamedia, Museum Hilversum en Gemeente Hilversum.
