Vuile was

donderdag 21 april 2022

Er zijn landen, en daar zijn we recent weer van doordrongen, waar je niets mag zeggen en er zijn landen waar mensen vinden dat je alles moet/mag zeggen. In het eerste geval resten slechts wapens en sancties, in het tweede geval moet een rechter soms grenzen stellen aan de opgeëiste vrijheid van meningsuiting.

Recent moest een IC-verpleegkundige het veld ruimen na uitlatingen in een interview met een Buitenparlementaire Onderzoekscommissie (die zich overigens profileerde als anti-vaccinatie en anti-coronamaatregelen). Niet alleen had hij het over gehersenspoelde artsen, maar ook voerde hij patiënten op die na vaccinatie een hartstilstand zouden hebben gekregen. Dat zou vervolgens door het ziekenhuis zijn verdoezeld en hetzelfde zou zijn gebeurd met bijwerkingen. Kortom, de man schetste een uitermate discutabel beeld van zijn collega’s. Het ziekenhuis rekent het hem zwaar aan dat hij zich hierdoor ernstig verwijtbaar heeft gedragen jegens zijn collega’s en (nabestaanden van) patiënten. De werknemer beroept zich erop dat hij met de beste bedoelingen wilde bijdragen aan het publieke debat en daartoe zijn vrijheid van meningsuiting gebruikt.

De rechter tilt er zwaar aan dat de man met zijn uitingen de belangen van patiënten, hun naasten, collega’s en het ziekenhuis onvoldoende in acht heeft genomen. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt. Met een beetje goede wil zou je deze IC-verpleegkundige een klokkenluider kunnen noemen, maar ook dat biedt niet altijd bescherming. Een klokkenluider geniet alleen de wettelijke bescherming als hij het “vermoeden van een misstand te goeder trouw en naar behoren meldt”. De werknemer die dacht een collega met een arbeidsconflict uit de brand te helpen door met diens advocaat te praten, beriep zich op de bescherming als klokkenluider. Hij vertelde (op schrift) aan de advocaat dat hij niet aan het directieverzoek om de collega met het arbeidsconflict “zwart te maken” had willen meewerken. Deze verklaring komt in het arbeidsgeschil met de collega op tafel en vervolgens wordt de werknemer op staande voet ontslagen. Hij zou vertrouwelijke informatie hebben doorgespeeld en zijn geheimhoudingsverklaring hebben geschonden.

De werknemer beroept zich erop klokkenluider te zijn. Hij bracht immers een misstand aan het licht: de druk die de directie uitoefende met het doel de collega te lozen. De werkgever stelt overigens dat de werknemer onwaarheden verspreidt. De kantonrechter ziet de man niet als klokkenluider. Het informeren van de advocaat van de collega is niet het “te goeder trouw en naar behoren melden van een misstand”. Zelfs vindt de kantonrechter dat de werknemer zich niet als goed werknemer heeft gedragen: een goed werknemer betracht loyaliteit en discretie. Het ontslag op staande voet blijft in stand. (Vermeende) misstanden bij de werkgever naar buiten brengen? Vuile was = linke soep.