Mag ik een fragment uit een online filmpje gebruiken?

Voor een journalistieke video­productie waar ik aan werk wil ik een fragment uit een Facebook-filmpje gebruiken dat ik online heb gevonden. Mag dat zomaar?

Antwoord

Dat ligt niet zo eenduidig. Bij deze vraag spelen namelijk twee verschillende aspecten een rol: de Algemene Voorwaarden van de website waar de video is geüpload (in dit geval Facebook) en het auteursrecht van de maker.

Als iemand een filmpje uploadt op de website van een social media-bedrijf als YouTube of Facebook gaat hij automatisch een licentiecontract aan met de betreffende site. Daarin staat dat dit bedrijf het recht krijgt om deze video op haar site te tonen. Op deze overeenkomst zijn dan de Algemene Voorwaarden van toepassing – en die verbieden doorgaans de verspreiding van beelden buiten de website als het online platform hier geen schriftelijke toestemming voor heeft verleend. Bedrijven als YouTube of Facebook kunnen dus bezwaar maken tegen jouw gebruik van videofragmenten als je deze buiten hun website om verspreidt.

Daarnaast bezit de maker van het filmpje in beginsel altijd het auteursrecht dat daarop rust. De maker heeft het recht om anderen te verbieden het filmpje te gebruiken. Op dat recht bestaat een uitzondering als er sprake is van een citaat. De wet erkent een aantal duidelijk aanwijsbare doelen waarvoor een citaat gebruikt mag worden:

  • de aankondiging (je maakt melding van het filmpje in kwestie)
  • de beoordeling (je bekritiseert het filmpje in kwestie)
  • de polemiek (jouw video en het filmpje van de ander zijn onderdeel van een discussie tussen jou en de andere ­maker)
  • de wetenschappelijke verhandeling
  • of een uiting met een vergelijkbaar doel

Als je citaat onder een van deze doelen valt mag je het werk citeren, mits je niet meer overneemt dan strikt noodzakelijk is en je duidelijk de vindplaats en de maker van het fragment vermeldt. Een geciteerd beeldfragment mag niet overwegend ter versiering dienen, en het dient voor het publiek duidelijk te zijn dat er sprake is van een citaat.

Maurits Wiesenekker en Petra Oudhoff, NVJ Advocaten & Juristen

 

mag dat zomaar