Werkbare regeling journalistieke inzet drones in zicht

dinsdag 7 juli 2015

De contouren van een werkbare regeling voor de journalistieke inzet van drones zijn in zicht, maar nog niet concreet genoeg. De Staat wil af van het onderscheid particulier en professioneel gebruik en ook van het systeem van voorafgaande meldingen. Dit verheugt de NVJ zeer, maar totdat het zo is blijft de huidige situatie onwerkbaar voor (foto)journalisten. De NVJ trekt daarom vooralsnog de dagvaarding tegen de Staat niet in. De NVJ, advocaat Otto Volgenant en fotojournalist René Oudshoorn spraken dinsdag met de landsadvocaat en ambtenaren van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Het ministerie wil de ongelijkheid tussen particulieren en niet-particulieren, zoals fotojournalisten, met ingang van 1 oktober opheffen voor zogeheten mini-drones tot 4 kilo. Dit kan tot gevolg hebben dat zowel particulieren als niet-particulieren met een mini-drone kunnen vliegen zonder brevet, keuring vooraf en bedrijfserkenning. Mogelijk zouden fotojournalisten dan ook niet langer vooraf een ontheffing hoeven aan te vragen bij instanties, voordat zij met een drone de lucht in gaan. Voor zwaardere drones wil het Ministerie van Infrastructuur en Milieu met een systeem van ontheffingen gaan werken.

Ontheffing

Tot 1 juli dienden fotojournalisten zes weken van te voren de provincie in te lichten over een vlucht, middels de aanvraag van een zogenoemde TUG-ontheffing. Die verplichting is nu vervallen. Per 1 juli geldt nog steeds dat de gemeente 24 uur van te voren moet worden ingelicht van de vlucht en dat er 48 uur voor de vlucht een zogenoemde NOTAM (Notice to Airmen) moet worden uitgegeven. Een NOTAM is een bekendmaking van het feit dat iemand op een bepaalde locatie in een bepaald tijdsvlak met een drone gaat vliegen, zodat het overige luchtverkeer hier rekening mee kan houden. ‘Zolang er een ontheffing moet worden aangevraagd, blijft de situatie onwerkbaar. Nieuws is en blijft onvoorspelbaar’, aldus NVJ secretaris Rosa García López.   

Testfase

Het verheugt de NVJ dat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een werkbare situatie nastreeft voor journalisten. Ook is de NVJ blij met het uitgangspunt van de Staat dat er met drones gevlogen moet kunnen worden. Vooralsnog ziet de NVJ geen reden om de dagvaarding van de Staat in te trekken. Wel heeft de NVJ voorgesteld om verder te praten over een testfase, waarin een beperkt aantal journalisten en media ruimte krijgen om drones in te zetten voor nieuwsgaring. De resultaten van deze experimentele fase kunnen worden gebruikt om het toekomstige beleid nader in vullen.

Politieperskaart

De NVJ gaf aan dat bij overeenstemming over een experimentele fase ook aanhouding of intrekking van de procedure bespreekbaar is. Dat de Staat voor journalisten een uitzondering mag (en zelfs moet) maken, blijkt bijvoorbeeld uit het bestaande systeem van de politieperskaart, waarbij vooraf geselecteerde journalisten meer bevoegdheden hebben dan andere burgers. Hierover valt te praten, aldus de vertegenwoordigers van het ministerie.

Uiterlijk maandag 13 juli komt men terug op de vraag of de mogelijkheden van zo’n testfase verder verkend kunnen worden. De NVJ is benieuwd naar het antwoord van staatssecretaris Mansveld .

  • Lees ook de reactie van Otto Volgenant, de advocaat namens de NVJ, naar aanleiding van het gesprek met de landsadvocaat.