Binnen welke termijn moet worden gereageerd?

In principe moet binnen vier weken na ontvangst van het Woo-verzoek een reactie komen. Het bestuursorgaan kan, mits ze dat schriftelijk motiveert, de beslistermijn met nog eens twee weken verlengen. Dan moet het wel gaan om een omvangrijk of complex verzoek.
Afgezien van verlenging van de beslistermijn, kan die ook worden opgeschort of in de woorden van de Rijksbrede instructie voor het behandelen van Woo-verzoeken worden ‘gepauzeerd’. Dat is bijvoorbeeld het geval als een mogelijke derde belanghebbende (iemand die zijdelings bij de opgevraagde informatie betrokken is) bedenkingen bij de voorgestelde wijze van openbaarmaking zou kunnen hebben. Deze krijgt dan de gelegenheid zijn ‘zienswijze’ naar voren te brengen, waardoor de beslistermijn verder kan worden opgeschort. Vaak zal echter blijken dat er alsnog te weinig tijd is om de gevraagde informatie te leveren. In dat geval zullen er met de verzoeker afspraken moeten worden gemaakt over de verdere afhandeling.  Meestal mag de verzoeker dan aangeven welke informatie hij met voorrang wil ontvangen.
Zowel van het opschorten, instemmen met een uitstel, als het beëindigen van de beslistermijn moet de verzoeker schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

Onder de Wob gold er voor milieu-informatie een strenger regiem. De beslistermijn was twee weken, tenzij het om een omvangrijk of gecompliceerd verzoek ging, waardoor een verlenging gerechtvaardigd was. Met de Woo zijn de termijnen voor alle verzoeken gelijk getrokken.