Portretrecht

Het recht van een geportretteerde om zich tegen publicatie van zijn portret te kunnen verzetten, levert in de praktijk dikwijls veel vragen op. Om te kunnen spreken van een portret waaraan rechten kunnen worden ontleend, dient iemand herkenbaar te zijn afgebeeld. Hierbij gaat het niet alleen om herkenbare gelaatstrekken, maar kunnen ook een typerende lichaamshouding, bepaalde attributen of de omgeving een rol spelen.

Het uit de overvaljournalistiek bekende onherkenbaar maken of blurren van gezichten is niet altijd afdoende omdat het aan de hand van de naam van de organisatie, het bedrijfspand of silhouet nog altijd mogelijk kan zijn dat de afgebeelde persoon herkenbaar is.

Een belangrijk onderscheid binnen het portretrecht is of het portret al dan niet in opdracht is gemaakt. Als de geportretteerde, of iemand ten behoeve van de geportretteerde, opdracht heeft gegeven voor het maken van het portret, dan heeft deze een verbodsrecht. Daarmee kan de geportretteerde zich tegen publicaties zonder toestemming verzetten. De maker heeft weliswaar het auteursrecht op de foto, maar heeft voor openbaarmaking van de foto toestemming nodig van de geportretteerde.

Om gedoe achteraf te voorkomen, kunnen hier vooraf afspraken over worden gemaakt (en schriftelijk worden vastgelegd) met behulp van een zogenaamde quitclaim of vrijwaringsverklaring. Hierin wordt aangegeven waarvoor de foto wel en niet gebruikt zal worden.

Redelijk belang

Als er geen opdracht is gegeven voor het maken van het portret, heeft de geportretteerde geen verbodsrecht. Maar heeft de geportretteerde een zogenaamd 'redelijk belang', dan kan hij zich tegen publicatie verzetten. Dit kan bijvoorbeeld gelegen zijn in privacyoverwegingen (het recht om met rust gelaten te worden) of commerciële belangen. Zo werd het opnieuw gebruiken van foto’s van een veroordeelde crimineel bij de tv-reconstructie van de ontvoering waarbij hij tien jaar eerder betrokken was, aangemerkt als een schending van zijn persoonlijke levenssfeer. En de bekende voetballer wiens portretten werden gebruikt in een boek over diens vroege successen, kon op basis van zijn verzilverbare populariteit met succes optreden tegen dit commerciële gebruik.

Ook kan het zo zijn dat de foto gebruikt wordt in een context waarmee de geportretteerde niet geassocieerd wenst te worden. Dit overkwam een man met islamitisch uiterlijk van wie een foto op de voorpagina van een krant verscheen, met daarbij (onder meer) de tekst: ‘Is Schiphol nog veilig?

Hoe bekender de geportretteerde is, hoe groter de commerciële belangen zijn. Dit noemen we ook wel de 'verzilverbare populariteit'. Daarmee is er eerder een belang om tegen (onrechtmatige) publicaties op te treden dan in andere gevallen. Zo kreeg de onbekende student die met ontbloot bovenlijf in folders en de Gaykrant verscheen, een aanzienlijk lagere schadevergoeding dan de overbekende bondscoach van het Nederlands voetbalelftal wiens foto werd gebruikt voor een reclame-uiting

Als een geportretteerde of een derde het portret zonder toestemming openbaar maakt kan de maker hen in de regel aanspreken op basis van auteursrechtinbreuk.